Ga naar de inhoud
De natuur van het Renkums Beekdal

De natuur van het Renkums Beekdal

Welkom in dit schitterende natuurgebied

  • KNNV
  • Gebieden
    • Beboste hellingen
    • Beekdal
    • De Grunsfoortweide
    • De opgeleide beken, plasjes en vijvers
    • Papierweide
  • Flora
    • Bomen & Struiken
    • Cultuurhistorisch groen
    • Korstmossen
    • Mossen
    • Paddenstoelen
    • Vaatplanten
  • Fauna
    • Amfibieën, Reptielen en Vissen
    • Broedvogels
    • Gallen en Bladmineerders
    • Insecten
    • Kevers
    • Libellen
    • Nachtvlinders
    • Slakken
    • Sprinkhanen
    • Vleermuizen
    • Vlinders
    • Zoetwatermollusken
    • Zoogdieren
  • Geschiedenis
  • Colofon
  • Blogs over de natuur
    • Ontwikkelingen
    • Flora
    • Fauna
      • Zoogdieren
  • Terug naar renkumsbeekdal.nl
  • Facebook
  • Instagram

Auteur: Jaël Bergwerff

Jaël Bergwerff is een boswachter van Staatsbosbeheer en schrijft regelmatig een blog voor onze website. Zij is contactpersoon voor Stichting Renkums Beekdal. Zij houdt zich voornamelijk bezig met recreatieve voorzieningen bij Staatsbosbeheer.

Fantastische vlinders

Fantastische vlinders

Foto: Staatsbosbeheer, Oranjetipje op de pinksterbloem

We hebben al wat mooie dagen gehad en de eerste vlinders zijn al weer te zien! Een echte lente aankondiger is natuurlijk de mooie grote gele citroenvlinder. De eerste zag ik al vliegen tijdens de eerste warmere dagen van het jaar. Ook de dagpauwoog heb ik gezien en de gehakkelde aurelia. Maar een van mijn lievelingsvlinders is toch wel het oranjetipje.

Dit kleine drukke vlindertje heeft witte vleugels met een donker randje en een vlekkerig patroon op de onderkant. De mannetjes hebben het kenmerkende oranje tipje aan de punten van hun voorste vleugels. Ik heb gemerkt dat ze erg moeilijk te fotograferen zijn omdat ze steeds maar weer op vliegen en dan vrolijk rondfladderen. Dat heeft voor een deel te maken met het feit dat de mannetjes steeds op zoek zijn naar gewillige vrouwtjes om te paren. Hij maakt een vrouwtje het hof door wild om haar heen te fladderen. Als een vrouwtje eenmaal heeft gepaard steekt ze haar achterlijf de lucht in als er een mannetje aankomt, om hem te laten weten dat hij te laat is. Dan fladdert hij dus weer verder op zoek naar andere vrouwtjes.

De waardplant van het oranjetipje zijn de pinksterbloem en Look-zonder-look. Het vrouwtje legt op een plant 1 eitje net onder een bloemknop. De rupsen zijn onopvallend grijsgroen. Een plant is meestal genoeg voor 1 rups om van te eten tot hij groot genoeg is om te verpoppen. Het is maar goed ook dat er maar 1 eitje per plant is want de rupsen zijn er niet vies van om elkaar op te eten! Pinksterbloemen zie je momenteel overal in de weides bloeien. Perfect voor de oranjetipjes dus! Let maar eens op wanneer je met zonnig weer buiten bent.

Groet Boswachter Jaël Bergwerff

Share on Facebook Share
Share on TwitterTweet
Share on Pinterest Share
Share on LinkedIn Share
Send email Mail
Print Print
Auteur Jaël BergwerffGeplaatst op 24 april 201924 april 2019Categorieën Blog boswachter SBB: Jaël Bergwerff, Fauna, Insecten, Vlinders

Vleermuizen, Batman in winterslaap

Vleermuizen, Batman in winterslaap

De eerste keer dat ik een vleermuis goed kon zien was in een bunker. De vleermuizen waren in winterslaap en hielden zich met kleine klauwtjes vast aan de bekalkte muur van de bunker. We vonden twee soorten, de dwergvleermuis en de grootoorvleermuis. Lang konden we de donzige bolletjes niet bekijken want anders zou hun lichaamstemperatuur omhoog gaan en ze uit hun winterslaap ontwaken. Dat kost dan teveel energie om de rest van de winter door te komen.

Een echte kasteelheer?
Elk jaar worden de vleermuizen geïnventariseerd. Ze kunnen op allerlei plekken zitten. Heus niet alleen in kasteelruïnes, nee, ze zitten in ijskelders, steenfabrieken, op zolders, in spouwmuren, achter dakranden en ook vaak in holle bomen. Dat verschilt een beetje per soort. Zo zitten rosse vleermuizen graag in holle bomen, terwijl de dwergvleermuis veel voorkomt in de spouwmuren in woonwijken.
Met de de inventarisaties die tijdens de winterslaap plaatsvinden, worden bekende vleermuisplekken onderzocht. Vaak zijn dit cultuurhistorische gebouwtjes die mede vanwege de vleermuizen in stand gehouden worden. Dit jaar zijn tijdens die inventarisaties in de omgeving van Renkum bijvoorbeeld de baardvleermuis (vanwege zijn behaarde bovenlip!), de franjestaart, grootoorvleermuizen en de watervleermuis gevonden. Een mooie score!

Vleermuis zoekt huis
De vleermuis heeft het niet gemakkelijk. Het aantal insecten waar ze van leven neemt af en het vinden van een geschikte plek om te overwinteren is helemaal niet zo eenvoudig.
Verder is lichtvervuiling nog een probleem voor ze. Het zijn nachtdieren die in de schemering op jacht gaan. Hun ogen zijn hierop aangepast en ze maken gebruik van echolocatie om niet ergens tegenaan te vliegen of om hun prooi te vangen. Licht maakt hen echter in de war.
Staatsbosbeheer beheert o.a. speciale vleermuiskelders maar ook ‘gewone’ gebouwen kan je vleermuisvriendelijk maken. Op de site (http://www.vleermuis.net/) van de Vleermuizenwerkgroep Nederland staat een schat aan informatie. Hang bijvoorbeeld een vleermuiskast op in je tuin!

Kijken met je oren
Tijdens het vliegen stoten vleermuizen hoge tonen uit in een bepaald ritme. De hoogte en het ritme verschilt per soort. De tonen kaatsen terug en met deze echo weet de vleermuis pijlsnel hoe zijn omgeving er uit ziet. Met een bat-detector kunnen deze tonen worden waargenomen en wordt bepaald welke soort er vliegt. Als je gehoor goed is, kun je enkele van de schelle tonen opvangen wanneer je op een warme avond nog buiten in de tuin zit.

Ik vind het altijd een prachtig gezicht om de donkere schaduw van de vleermuis tegen de lucht te zien terwijl hij zijn achtjes vliegt op jacht naar muggen. Op dit moment zijn ze echter nog in winterslaap, ze zullen pas wakker worden wanneer de temperaturen hoog genoeg zijn en er meer insecten vliegen.

Share on Facebook Share
Share on TwitterTweet
Share on Pinterest Share
Share on LinkedIn Share
Send email Mail
Print Print
Auteur Jaël BergwerffGeplaatst op 28 februari 201913 maart 2019Categorieën Blog boswachter SBB: Jaël BergwerffTags Vleermuizen

De das in winterrust

De das in winterrust

In de winter gaat de natuur in ruststand. Er is weinig voedsel en ook minder zonlicht en warmte. Om zich te wapenen tegen deze periode worden er van te voren reserves opgebouwd, voorraden aangelegd en gaan planten en dieren in spaarstand. Bomen stoten hun bladeren af om te voorkomen dat ze uitdrogen. De bladeren verdampen anders te veel vocht van de boom. Dieren trekken naar warmere streken of verstoppen zich de hele winter op een beschut plekje en slapen of ze bewegen zo weinig mogelijk om energie te sparen.

Wonen in een burcht
De das is zo’n dier dat in winterrust gaat. Dit grote dier dat laag op zijn poten staat en een dikke grijze vacht heeft met de karakteristieke witte en zwarte strepen op zijn kop, leeft in een burcht die hij graaft onder de grond en vele generaties met zijn familie bewoont. Hierdoor ontstaat in de loop van tijd een enorm stelsel van gangen en kamers waar ze meestal met meerdere dassen bij elkaar liggen te slapen. Hij gaat echter niet in winterslaap. Af en toe wordt hij wakker en komt naar buiten om toch wat voedsel te zoeken en te toiletteren.

Waar is de WC?
Een das maakt mestputjes. Hij graaft een kuiltje in de grond waar hij zijn behoefte in doet. Dat maakt hij daarna echter niet dicht, hij wil dat de geur goed te ruiken is voor andere dassen zodat die weten dat hier al een familie das woont. De mestputjes zijn dan ook vaak te vinden in de buurt van dassenburchten.

Uitgebreide menukaart
Het hoofdvoedsel van de das zijn regenwormen, slakken, bessen en graan. Hij heeft scherpe tanden en is een alleseter die zich aanpast aan het voedselaanbod. Hij is over het algemeen ’s nachts actief om voedsel te zoeken. Voor de winter begint bouwt hij een vet voorraad op in zijn lijf.  Ze zijn voor de winter dan ook een stuk zwaarder dan in de lente. Ze leggen geen voedselvoorraad aan en houden hun burcht heel schoon. Het nest materiaal wordt zelfs regelmatig gelucht!

Familie das
Straks in het voorjaar worden ze weer actiever en gaan op zoek naar voedsel om hun reserves weer aan te vullen. Jongen die misschien al een aantal jaar in de burcht bij hun ouders wonen gaan op zoek naar een partner en vertrekken om wellicht een eigen burcht te beginnen. Ze blijven echter lange tijd bij elkaar wonen omdat ze samen sterker staan om hun territorium te verdedigen.

Groet Boswachter Jaël Bergwerff

Foto: Staatsbosbeheer; De das met de karakteristiek zwart/witte strepen op zijn kop.

Share on Facebook Share
Share on TwitterTweet
Share on Pinterest Share
Share on LinkedIn Share
Send email Mail
Print Print
Auteur Jaël BergwerffGeplaatst op 27 januari 201926 februari 2020Categorieën Blog boswachter SBB: Jaël Bergwerff, Zoogdieren

Lichtjes op een donkere winteravond

Lichtjes op een donkere winteravond

Het bosgebied op de Keijenberg waar in het donker normaal gesproken alleen de kabouters van het kabouterpad de aanwezige mensachtigen zijn, is het toneel van de lichtjes wandeling in het Renkums Beekdal. Lantaarntjes met kaarsjes verlichten de route door het bos en leiden de wandelaars langs dikke beuken, ritselende bladeren en de kabbelende beek.

Uitzonderlijke avond
Elk jaar is het weer bijzonder om in het donker door het bos te lopen waar je normaal gesproken niet mag zijn na zonsondergang. Een keer in het jaar maken we echter en uitzondering, juist om te beleven hoe het bos dan is in de donkerste dagen van het jaar. Het bos voelt anders in het donker. Het ruikt ook anders. Er lijkt een soort afwachtendheid te zijn en grote rust.

Nachtleven
‘s Nachts zijn allerlei dieren juist actief. Vossen gaan op jacht en kunnen uitstekend zien in het donker. Ook de bosuil met zijn kenmerkende spookachtige roep gaat op jacht naar muizen en ander eetbaars. Inderdaad, de muizen zijn dus ook actief, net als reeën en juist omdat mensen tijdens het donker afwezig zijn komen deze dieren makkelijker uit hun schuilgelegenheid opzoek naar voedsel of om te paren of hun territorium te bevechten.

Gekke mensen
Tijdens de lichtjes wandeling zullen we hier echter niks van merken. De dieren gaan een stukje verderop waar het rustig is en komen later wanneer die gekke mensen weer weg zijn als nog tevoorschijn. Zolang we dit niet te vaak doen kan het prima en hebben de mensen een super ervaring waarbij ze juist waardering krijgen voor het gebied.

Groet boswachter Jaël Bergwerff

Share on Facebook Share
Share on TwitterTweet
Share on Pinterest Share
Share on LinkedIn Share
Send email Mail
Print Print
Auteur Jaël BergwerffGeplaatst op 12 december 20187 februari 2019Categorieën Blog boswachter SBB: Jaël Bergwerff

Wat is er aan de hand met de bomen van de Nieuwe Keijenbergseweg?

Wat is er aan de hand met de bomen van de Nieuwe Keijenbergseweg?

Twee jaar geleden hebben we vanuit Staatsbosbeheer een ecologisch adviesbureau een VTA-toets laten doen voor de laanbomen langs de Nieuwe Keijenbergseweg. Dit is een toets om de veiligheid van de bomen te toetsen. Er wordt hierbij gekeken naar de conditie van de bomen en of er verhoogde risico’s zijn om de bomen mogelijk gaan omvallen of dat er takken of kronen uit kunnen breken.

Uit de toets bleek dat een heel aantal bomen aandacht nodig hadden. Dat betekend dat er gesnoeid moet worden in de bomen om risico takken weg te halen maar ook dat er bomen bij zitten die zo slecht zijn dat ze voor de veiligheid langs een openbare weg beter weggehaald kunnen worden. Aangezien het hier om een laan gaat waarbij de bomen als het ware de weg geleiden, is het erg jammer wanneer daar gaten in vallen. Je kunt dan verschillende dingen doen.

Je kunt de laan in zijn geheeld rooien(weghalen) en nieuw aanplanten of je kunt dit stapsgewijs doen. In dit geval heeft Staatsbosbeheer gekozen voor het laatste. Alleen de bomen die voor de veiligheid weg moeten gaan weg. In de andere bomen wordt soms wat gesnoeid. Waar bomen gerooid worden wordt een nieuwe boom aangeplant. De laan blijft dus intact, zij het met bomen van verschillende leeftijd. Na een aantal jaar zal dit nog een keer gedaan worden en weer een paar jaar later nog eens. Net zolang tot alle bomen uiteindelijk vervangen zijn.

Dit jaar worden 13 bomen vervangen door nieuwe jonge lindes! De eerste week van december wordt begonnen met het rooien van de slechte bomen. De week erna komen de nieuwe bomen en daarna vinden er nog snoeiwerkzaamheden plaats. Mogelijk is de Nieuwe Keijenbergseweg daardoor tijdelijk moeilijker bereikbaar.

Groet boswachter Jaël Bergwerff

Share on Facebook Share
Share on TwitterTweet
Share on Pinterest Share
Share on LinkedIn Share
Send email Mail
Print Print
Auteur Jaël BergwerffGeplaatst op 29 november 20187 februari 2019Categorieën Blog boswachter SBB: Jaël Bergwerff

Renkum bronst

Renkum bronst

Foto: Burlend Hert, Staatsbosbeheer

Burlen bij volle maan

Als de dagen korter worden en de avonden fris is het tijd voor de edelhertenbronst. Mijn mooiste bronstbeleving op de Veluwe was bij volle maan. We hadden een wandeling gemaakt door het donker en waren aangekomen bij een plek waar het wild komt grazen. Onderweg hadden we al enkele malen het geburl in de verte gehoord. Nu bij de wildweide konden we het dichtbij horen. Doordat het volle maan was konden we vaag wat schaduwen op het weitje zien bewegen. En toen, ineens, gewei gekletter! Blijkbaar was een tweede hert de uitdaging aangegaan om de claim van het plaatshert op de vrouwtjes te betwisten. We hoorden keer op keer het geluid van op elkaar slaande geweien. Ik keek op naar het licht van de volle maan en op dat moment vloog er een bosuil over met zijn kenmerkende roep; “hoe-hoe-hoeee”. De avond was compleet.

Wat is bronst?

De bronst is de tijd dat de herten gaan paren. Voor edelherten is dat in de periode van half september tot begin oktober. Het is afhankelijk van het weer en dit jaar kan de periode van droogte misschien ook een rol spelen of de bronst eerder of later begint. De hindes de vrouwtjes, leven in een roedel op een vaste plek op de Veluwe. De herten, de mannetjes, leven het hele jaar ook in hun eigen roedel met alleen mannetjes, behalve als de bronst begint. De roedel valt dan uit elkaar en sommige mannetjes gaan helemaal naar de andere kant van de Veluwe om daar een roedel hindes te claimen als hun harem. Dit noemen we een plaatshert. Met het geburl, een soort brullend geluid dat de herten maken, laat het plaatshert weten heer en meester te zijn. Andere herten kunnen dan het gevecht aangaan om de claim op de vrouwtjes te veroveren. Het is puur een krachtmeting. Het hert dat wint mag met de vrouwtjes paren.

Excursies

Tot voor kort kwamen er geen edelherten voor in de natuur rond Renkum. Sinds de aanleg van het Jac.P. Thijsse ecoduct hebben de herten de mogelijkheid om naar het zuiden te trekken en uiteindelijk de rivier te bereiken. Een roedel hindes heeft zich al gevestigd aan de zuidkant van de A12. Ik ben heel benieuwd of we iets gaan merken van de bronst. Op 22 september en 6 oktober organiseert Staatsbosbeheer een excursie wildsporen. We gaan op zoek naar sporen van wilde dieren en zullen daarbij ook sporen van edelherten tegen komen. Als we geluk hebben horen we misschien ook wel een burl!

Opgeven voor de excursie kan via www.staatsbosbeheer.nl/sporenbuunderkamp

Share on Facebook Share
Share on TwitterTweet
Share on Pinterest Share
Share on LinkedIn Share
Send email Mail
Print Print
Auteur Jaël BergwerffGeplaatst op 18 september 201818 september 2018Categorieën Blog boswachter SBB: Jaël Bergwerff, Fauna, Zoogdieren

Buitenspeeldag

Buitenspeeldag

Lekker in de plassen stampen foto: Staatsbosbeheer

Lekker buitenspelen!

Als kind woonde ik bij de duinen. Mijn moeder haalde ons regelmatig tussen de middag uit school om dan in de duinen te gaan picknicken. We konden dan heerlijk spelen in het zand, beestjes vangen en verstoppertje spelen. Mijn kinderfeestjes deden we ook altijd in de duinen.

Vlak bij de flat waar ik woonde was een plantsoen dat door ons kinderen ‘de bosjes’ genoemd werd. Daar spraken we af om hutten te bouwen, oorlogje te spelen en heksensoep te maken. De laatste was altijd een favoriet van mij want dan gingen we op zoek naar allerlei kruiden die er dan in moesten en dat mochten natuurlijk niet alleen maar dezelfde blaadjes zijn. Plantjes werden dus bestudeerd op hun hekswaardigheid en kregen hekserige namen als ‘drakenwortel’ en ‘tongenkruid’.

Stinkende gouwe, foto: Wikipedia

Met stinkende gouwe, wat we toen nog niet kenden als stinkende gouwe maar bij ons gewoon stempelkruid heette, maakten we tekeningetjes op onze huid. Het gele sap van deze plant werkt geweldig als kleurstof waarmee we stipjes en streepjes tekenden.

Helaas moet ik bekennen dat ik als heks ook diertjes al lieveheersbeestjes en wormen in de soep liet verdwijnen, maar ja, het was natuurlijk wel een toversoep en nu eenmaal nodig.

Afgelopen woensdag was het de nationale buitenspeeldag. Bizar eigenlijk dat we tegenwoordig een dag moeten organiseren om kinderen te stimuleren naar buiten te gaan. Het is niet meer vanzelfsprekend zoals dat was in mijn kindertijd om buiten te stoepranden, verstoppertje te spelen, slootje te springen of zelfs te voetballen. Kinderen raken daarmee niet alleen achter met hun motorische ontwikkeling en zekerheid over het kunnen van hun eigen lichaam, maar ook verliezen ze de verbinding met hun omgeving. Beestjes zijn eng en modder is vies. Hoezo moeten we zorgen voor de natuur?

Echte scharrelkids worden zeldzaam dus we moeten ze koesteren en zorgen dat het er weer meer worden. Laat ze lekker buitenspelen, vies worden, gaten in hun broek krijgen en slakken op hun hand kruipen. Laat ze de wereld ontdekken en hun zelfvertrouwen groeien! Welkom buiten.

Groet Boswachter Jaël Bergwerff

Share on Facebook Share
Share on TwitterTweet
Share on Pinterest Share
Share on LinkedIn Share
Send email Mail
Print Print
Auteur Jaël BergwerffGeplaatst op 19 juni 201819 juni 2018Categorieën Blog boswachter SBB: Jaël Bergwerff

Op pad met de Blauwe Bever!

Op pad met de Blauwe Bever!

Met de wind in mijn haren sta ik op de boeg van het schip. Het uitzicht over de Neder-Rijn en de uiterwaarden is fantastisch! Koeien staan met hun enkels in het water of liggen lui met zijn allen onder een boom langs de oever. In het kader van onze samenwerking ben ik uitgenodigd om een keer mee te gaan op safarischip de Blauwe Bever.

Het is ontzettend leuk om de uiterwaarden nu eens van een andere kant te zien, vanaf het water! We passeren de monding van de Renkumsebeek die door de Renkumsebenedenwaard stroomt. Anders zie je dat stukje alleen wanneer je het Hartensepad (klompenpad) loopt. We varen achter Parenco langs en zien van deze kant dat het een historisch pand met modernere bijgebouwen is. Ook kunnen we nu de nieuwe vistrap zien die de huidige monding van de Heelsumsebeek vormt. De vissen kunnen hier trapsgewijs met kleine hoogte verschillen tegen de stroom op de beek op zwemmen.

Bij een krib leggen we aan in de Jufferswaard. Via een loopbrug gaat iedereen het land op en neemt onze gids ons mee op een korte excursie door de Jufferswaard. We starten met een geweldig uitzicht op de plas waar we grutto’s tureluurs, kieviten, bergeenden en visdiefjes zien. We wandelen naar de Noordberg waar we het oude hakhoutbos bewonderen en de oude laan richting kasteel Doorwerth.

https://www.renkumsbeekdal.nl/rb/wp-content/uploads/2018/05/blauwe-Bever-Jufferswaard.mp4

Weer in de Jufferswaard lopen we langs de nieuwe loop van de Heelsumse beek waar al veel begint te groeien en duidelijk de stekelbaarsjes al hun stek gevonden hebben. De nieuwe beekloop voorziet in paaiplaatsen voor allerlei soorten vissen als de winde of de rivierprik.

Natuurlijk is het gebied voor mij heel bekend maar het is erg leuk om door de gids van de Blauwe Bever rondgeleid te worden en zijn verhaal te horen. De mensen die mee zijn komen zowel uit Renkum als van andere plaatsen en de wandeling is voor iedereen interessant.

Na de wandeling van ongeveer drie kwartier gaan we weer terug de boot op en varen nu met de stroom mee naar Wageningen terug. Onderweg vliegen de oeverzaluwen regelmatig langs en zien we hun nestgaten in de oever. Een kop soep aan boord verwarm onze handen want op het water is het toch net wat frisser dan op het land. Een heerlijk uitje met een verassende blik op de rivier!

De blauwe Bever organiseert regelmatig allerlei vaartochten met een excursie in natuurgebieden Langs de Neder-Rijn. Bij Staatsbosbeheer komen ze bijvoorbeeld in de Jufferswaard en de Wageningse Bovenpolder. Kijk op https://deblauwebever.nl voor meer informatie.

Groet, Boswachter Jaël Bergwerff

Share on Facebook Share
Share on TwitterTweet
Share on Pinterest Share
Share on LinkedIn Share
Send email Mail
Print Print
Auteur Jaël BergwerffGeplaatst op 23 mei 201821 december 2024Categorieën Blog boswachter SBB: Jaël Bergwerff, Fauna, Zoogdieren

Van dril tot kikker, wat gaat dat snel!

Van dril tot kikker, wat gaat dat snel!

Paddensnoeren, verse paddensnoeren in een poeltje, Foto: Staatsbosbeheer

Kikkerdril, je ziet dat de larven al zwemstaartjes hebben gekregen, foto: Staatsbosbeheer,

5 april;
Heerlijk dat zonnetje! De temperatuur stijgt en de zon schijnt en iedereen kijkt vrolijk! Voor mij zijn de eerste tekenen van de lente vaak de kikkers in mijn vijver die weer actief worden. Bij een graat of 8 krijgen ze er zin in en worden wakker uit de blubberlaag op de bodem waar ze overwinterd hebben. Het is de bruine kikker die als eerste samen met de gewone pad de lente inluidt.
De bruine kikker is een land kikker die alleen in het water zit met de paartijd en om eieren te leggen. Daarna trekt hij het land op en zit onder boomstammen of tussen het blad op de grond. Afhankelijk van de temperatuur hoor je ze in maart/april hun lage roep doen vanuit het water. Hun kwaakblaas zit op hun keel die je ziet opbollen met het kwaken. Dit in tegenstelling tot de groene kikkers die de kwaakblazen aan de zijkanten van hun keel hebben, twee dus.
De gewone pad overwinterd op het land en wanneer de temperatuur de 8 graden aantikt gaan ze aan de wandel opzoek naar hun geboorte water. Ze trekken vanuit het bos waar ze goed verscholen de winter hebben doorgebracht naar sloten, poelen en vijvers om te paren en hun eieren af te zetten. Vaak vinden ze onderweg al een partner waarmee ze verder willen. Ze gaan dan in de zogenaamde amplexus houding waarbij het mannetje op de rug van het grotere vrouwtje gaat zitten en zijn voorpoten onder haar oksels klemt. Deze greep is zo stevig dat je ze niet van elkaar kunt krijgen. Met het mannetje op de rug loopt (want padden springen niet, zoals kikkers) het vrouwtje naar het water.
10 april;
Onderweg kan het nog best gevaarlijk zijn. Er moeten soms wegen overgestoken worden en dan is er niet alleen de kans platgereden te worden maar ook om tegen de onderkant van een auto gezogen te worden wanneer deze te hard rijdt. Gelukkig zijn er op plaatsen waar veel paddentrek is schermen langs de weg aangelegd waardoor de padden naar speciale paddentunnels of naar ingegraven emmers geleid worden. Deze emmers worden dan door vrijwilligers aan de andere kant van de weg geleegd waarmee ze de padden de weg over helpen.
Even terug naar de amplexus. De bruine kikker kent deze ook maar hier beklimt het mannetje het vrouwtje pas in het water, nadat hij haar heeft ingepalmd met zijn roep. Het is niet zo dat het mannetje het vrouwtje bevrucht. Bij padden en kikkers worden de eieren bevrucht tijdens de paring. Wanneer het vrouwtje de eitjes legt, sproeit het mannetje zijn zaad er over om het te bevruchten. Door het water zwellen de eieren op, en dan heb je de bekende klompen kikkerdril of paddensnoeren met de zwarte stipjes er in. Inderdaad, kikkers leggen klompen kikkerdril waarbij de eitjes als een klont aan elkaar gekleeft zitten, en padden leggen een lang snoer van dril die als een kralenketting om stengels van waterplanten gewikkeld kan worden.
En nu maar wachten tot ze uitkomen…. Als de temperatuur hoog is en er een lekker zonnetje schijnt kan dat heel snel gaan!
19 april;
De resten van de dril is nog her en der te vinden maar de larven zijn al lang en breed uitgekomen! Zo zie je maar hoe hard dat gaat met dit weer! De achterstand die de natuur had door het koude weer in Maart is nu snel ingelopen. De kikker- en paddenvisjes eten nog een tijdje van de dril want hierin zitten belangrijke voedingsstoffen. Nu gaan ze zwemmen en op zoek naar eten. Ze zijn in eerste instantie planteneters maar als ze pootjes krijgen veranderen ze naar vleeseters. Uiteindelijk moeten ze natuurlijk insecten gaan vangen! De achterpoten komen eerst en daarna de voorpoten. Dan wordt het staartje langzaam in het lichaam opgenomen en heb je een kikkertje of een padje!

Groet Boswachter Jaël Bergwerff

Share on Facebook Share
Share on TwitterTweet
Share on Pinterest Share
Share on LinkedIn Share
Send email Mail
Print Print
Auteur Jaël BergwerffGeplaatst op 3 mei 20183 mei 2018Categorieën Blog boswachter SBB: Jaël Bergwerff, Fauna

Hoog water

Hoog water

Blog februari 2018

Als boswachter van de rand van de Veluwe ligt veel van mijn werkgebied langs de rivieren. Als je het nog niet mee hebt gekregen, het water staat de laatste tijd erg hoog. Over het algemeen staat het water elke winter wel een keer hoog en soms zelfs laat in het voorjaar nog (2017!) maar nu staat het wel wat hoger dan normaal. Dit levert erg mooie plaatjes op. Als je langs uiterwaarden komt die je kent sta je verbaasd over de enorme vlaktes met water die je daar tegenkomt. Je kunt prachtig fietsen over de dijk en genieten van het uitzicht over de watervlaktes met rijtjes bomen die uit het water steken.

In de uiterwaarden leven allerlei dieren. De pachters langs de IJssel hebben hun vee al tijdig uit de uiterwaarden gehaald. De paarden en koeien die in de Bovenste polder bij Wageningen lopen staan veilig op de hoogwatervluchtplaats achter de Wolfswaard. De wilde dieren hebben een goed heen komen moeten zoeken in het gebied aan de andere kant van de dijk. De watervogels hebben nu echter een heerlijk groot gebied voor zichzelf! Ganzen vinden een veilige plek op het water om uit te rusten van hun reizen vanuit het noorden, op het water kan niemand ze zomaar pakken.

In de Jufferswaard bij Renkum drijven de bossen wilgentenen rond die nog gesnoeid zijn net voor het water er aan kwam. De jufferswaard-groep onder leiding van Karel Noy heeft nog net op tijd een op-schoon-dag gehouden en het zwerfafval opgeruimd. Ik ben bang dat als het water gezakt is ze weer opnieuw kunnen beginnen omdat de rivier weer allerlei afval het terrein in brengt. Gelukkig doen ze dit met veel enthousiasme voor het gebied, dank daarvoor!

De dynamiek van de rivier is een natuurlijk proces die gunstig is voor de natuur die typisch is voor de uiterwaarden. Door het overstromen worden zand en klei deeltjes afgezet en als het water gezakt is liggen er nieuwe gronden die door de natuur heroverd kunnen worden. De plantjes die hier als eerste gaan groeien noemen we pioniers vegetatie. Specifieke soorten zoals vijfvingerkruid, zandzegge en zilverschoon zijn planten die met hun lange wortelstokken over het zand kruipen en steeds een nieuw plantje beginnen. Zo leggen ze het nieuwe materiaal vast.

De uiterwaarden bieden steeds weer een ander gezicht. Wandelen en fietsen door en langs deze terreinen is puur genieten. Lekker uitwaaien in echt Hollandse natuur. Onderweg spot je hazen, reeën en heel veel vogels. Voor de wandelroutes in de uiterwaarden heb je wel vaak je laarzen nodig!

Groet Boswachter Jaël Bergwerff van Staatsbosbeheer

Share on Facebook Share
Share on TwitterTweet
Share on Pinterest Share
Share on LinkedIn Share
Send email Mail
Print Print
Auteur Jaël BergwerffGeplaatst op 22 januari 201822 januari 2018Categorieën Blog boswachter SBB: Jaël Bergwerff, NieuwsTags hoog, water

Berichten paginering

Pagina 1 Pagina 2 Pagina 3 Volgende pagina
  • KNNV
  • Gebieden
    • Beboste hellingen
    • Beekdal
    • De Grunsfoortweide
    • De opgeleide beken, plasjes en vijvers
    • Papierweide
  • Flora
    • Bomen & Struiken
    • Cultuurhistorisch groen
    • Korstmossen
    • Mossen
    • Paddenstoelen
    • Vaatplanten
  • Fauna
    • Amfibieën, Reptielen en Vissen
    • Broedvogels
    • Gallen en Bladmineerders
    • Insecten
    • Kevers
    • Libellen
    • Nachtvlinders
    • Slakken
    • Sprinkhanen
    • Vleermuizen
    • Vlinders
    • Zoetwatermollusken
    • Zoogdieren
  • Geschiedenis
  • Colofon
  • Blogs over de natuur
    • Ontwikkelingen
    • Flora
    • Fauna
      • Zoogdieren
  • Terug naar renkumsbeekdal.nl
  • Facebook
  • Instagram
De natuur van het Renkums Beekdal2025