De opgeleide beken, plasjes en vijvers

Vaatplanten
Het natte grasland in het beekdal wordt aan weerszijde begrensd door twee sprengbeken die water aanvoeren van bovenstrooms gelegen sprengkoppen: de Molenbeek in het oosten en de Oliemolenbeek in het westen. Deze sprengbeken zijn geheel tot half beschaduwd. Een oevervegetatie is vaak aanwezig, en is vrijwel beperkt tot de eerste meter van het water. In deze zone komt regelmatig Pluimzegge voor. Op enkele plekken is de Rode lijst soort Dubbelloof waargenomen, vooral in de diepe schaduw in het noordelijke deel van het deelgebied. Alleen bij het Slangegat, langs de Oliemolenbeek is sprake van een moeraszone. Het Slangegat heeft een moerasvegetatie die grotendeels bestaat uit Pluimzegge. Het ‘herenzwembad’ is een plasje dat verder stroomafwaarts van het Slangegat ligt ter hoogte van het vlonderpad. Het is geheel beschaduwd en heeft geen brede moeraszone. Langs de oever staat regelmatig Pluimzegge en Groot moerasscherm. In de beek naast het Slangegat is in 2013 Groot bronkruid waargenomen, een zeldzame plant voor de Veluwe.

De Halveradsbeek gaat ten zuiden van de Hartenseweg over in de Kortenburgsebeek.
Beide plasjes op de westflank, tussen Bennekomseweg en Hartenseweg, zijn gegraven in de tijd dat dit gebied deel uitmaakte van landgoed de Keijenberg. Het grootste plasje was een herenzwembad en bevat nog steeds open water. Hierin was in sommige jaren sprake van blauwalgproblematiek. Dit is minder geworden sinds de aansluiting aan de Oliemolenbeek in 2013. Het kleinste plasje (het Slangengat) lag ooit onder een prieeltje met lindebomen, die recent opnieuw zijn aangeplant. Het plasje is nu grotendeels dichtgegroeid met Pluimzegge en staat in open verbinding met de Oliemolenbeek.

De verlande plas (Rg19) gelegen langs de hellingvoet (het ‘Slangengat’) was ooit begroeid met elzenbroekbos; toen groeide hier nog Paarbladig goudveil; nu is Pluimzegge er dominant aanwezig.

Renkums Beekdal

Klik op een deelgebied voor meer informatie.

Renkums Beekdal
Beekdal (D) Beboste hellingen (H) Papierweide (V) Grunsfoortweide (G) Opgeleide beken en plasjes

Beekdal (D)

Met het deelgebied ‘beekdal’ (D) wordt hier de dalbodem tussen de Bennekomseweg en de Hartenseweg aangeduid. De vegetatie in het beekdal staat sterk onder invloed van menselijk ingrijpen. Het zijn voormalig bemeste graslanden die langzamerhand qua natuur waardevoller zijn geworden door vernatting en hooilandbeheer. Door te maaien en maaisel af te voeren verschraalt de bodem en krijgen meer plantensoorten een kans zich te vestigen. Door de afwisseling van natte en droge graslanden en moerassige stukken zijn er leefgebieden ontstaan voor een groot aantal planten en dieren.

Lees meer

Beboste hellingen (H)

Beboste hellingen (H). De hellingen aan de oost- en westzijde van het dal zijn vrijwel geheel bebost. De vegetatiesamenstelling van de steile oosthelling wijst op een iets rijkere en minder zure bodem dan die van de bossen op de minder steile westhelling. Door het gevoerde bosbeheer (dunnen, selectief kappen, kaalkap, aanplant van naaldhout) komt echter weinig oorspronkelijk bos meer voor met een typerende soortensamenstelling. Op de westhelling zijn percelen bos gekapt.
Hier heeft zich jong, dicht berkenbos met veel braam ontwikkeld. Enkele jaren daarna heeft ook kaalkap plaats gevonden. Ook hier zal een jong, dicht bos ontstaan met dominantie van Ruwe berk. Op de oosthelling ligt een smeltwaterdal. Dit zijdal is als enige deel van de oosthelling niet bebost.

Lees meer

Papierweide (V)

De Papierweide (het herinrichtingsgebied ‘Beukenlaan’) (V) wordt apart beschouwd omdat, omdat vegetaties in dit gebied zich geheel opnieuw hebben moeten ontwikkelen vanaf 2013. Het middendeel van dit terrein bestaat uit moerassig gebied. Aan de oost en westzijde van het terrein wordt de bodem geleidelijk droger.

Lees meer

Grunsfoortweide (G)

Ten zuiden van het voormalige industrieterrein ligt de Grunsfoortweide (G), een graslandperceel met overblijfselen van het voormalige kasteel Grunsfoort. Het perceel wordt aan alle zijden begrensd door beken met aan de noord- en zuidzijde smalle stroken bos. Het vochtige en plaatselijke drasse grasland wordt meestal niet gemaaid maar beweid en is plaatselijk sterk verruigd.

Lees meer

Opgeleide beken en plasjes

Opgeleide beken en plasjes
Het natte grasland in het beekdal wordt aan weerszijde begrensd door twee sprengbeken die water aanvoeren van bovenstrooms gelegen sprengkoppen: de Molenbeek in het oosten en de Oliemolenbeek in het westen. Deze opgeleide beken worden watervoerend gehouden door opvulling van de bodem met leem. Aan de westrand van het dal, ongeveer tegenover het informatiecentrum, ligt een verlande plas: ‘het Slangengat’. Het ‘herenzwembad’ is een plasje dat verder stroomafwaarts van het Slangegat ligt ter hoogte van het vlonderpad.
De opgeleide beken langs het voormalige industrieterrein wijken af van het meer noordelijke traject, doordat ze niet langs de bosrand liggen maar veel meer in open terrein. In het water, op het talud en op en op de oever zijn maar liefst 172 soorten aangetroffen. De grote variëteit aan soorten hangt samen met de grote variatie in standplaatscondities, met name vocht, en de aanwezigheid van open grond als gevolg van de recente werkzaamheden in het herinrichtinggebied.

Lees meer