Ga naar de inhoud
De natuur van het Renkums Beekdal

De natuur van het Renkums Beekdal

Welkom in dit schitterende natuurgebied

  • KNNV
  • Gebieden
    • Beboste hellingen
    • Beekdal
    • De Grunsfoortweide
    • De opgeleide beken, plasjes en vijvers
    • Papierweide
  • Flora
    • Bomen & Struiken
    • Cultuurhistorisch groen
    • Korstmossen
    • Mossen
    • Paddenstoelen
    • Vaatplanten
  • Fauna
    • Amfibieën, Reptielen en Vissen
    • Broedvogels
    • Gallen en Bladmineerders
    • Insecten
    • Kevers
    • Libellen
    • Nachtvlinders
    • Slakken
    • Sprinkhanen
    • Vleermuizen
    • Vlinders
    • Zoetwatermollusken
    • Zoogdieren
  • Geschiedenis
  • Colofon
  • Blogs over de natuur
    • Ontwikkelingen
    • Flora
    • Fauna
      • Zoogdieren
  • Terug naar renkumsbeekdal.nl
  • Facebook
  • Instagram

Categorie: Blog boswachter SBB: Jaël Bergwerff

Jaël Bergwerff is een boswachter van Staatsbosbeheer en schrijft regelmatig een blog voor onze website. Zij is contactpersoon voor Stichting Renkums Beekdal. Zij houdt zich voornamelijk bezig met recreatieve voorzieningen bij Staatsbosbeheer.

Boswachter Jaël neemt afscheid!

Boswachter Jaël neemt afscheid!

Het Informatiecentrum Renkums Beekdal was net 1 dag open toen ik boswachter publiek Veluwe-rand werd bij Staatsbosbeheer. Ik maakte al snel kennis met de enthousiaste en gedreven vrijwilligers die bij Stichting Renkums Beekdal hun werkzaamheden verrichten op allerlei vlakken. We wisten nog niet zo goed wat we aan elkaar hadden omdat de situatie helemaal nieuw was voor iedereen terwijl de vrijwilligers wel al aardig wat voetstapjes hadden liggen in het Renkums Beekdal.

Samen hebben we dingen uitgeprobeerd, activiteiten ontplooid, verkend, en ik leerde de mensen en het gebied steeds beter kennen. De stichting is gegroeid in zijn kunnen en heeft een plek veroverd in het Renkumse. Het kabouterpad is erg populair en daarnaast zijn het lentefeest en het oogstfeest al aardige begrippen aan het worden. De lichtjeswandeling in december door het bos blijft een geweldig evenement.

Ook het beekdal zelf blijft zich ontwikkelen. De schapen komen twee keer per jaar helpen bij het beheer. Het blijft zoeken naar een goede balans in de waterhuishouding en in het stuk nieuwe natuur waar vroeger het industrie terrein in het beekdal lag barst het tegenwoordig van de orchideeën. De toekomst zal leren of er een goede fauna passage gaat komen voor de N225.
De inwoners van Renkum en omgeving zijn trouwe bezoekers van het gebied en komen graag wandelen met de hond of fietsen met de MTB door het bosgebied. Ook ruiters en geocachers vinden een plek voor hun passie en genieten van de omgeving. Met allerlei doelgroepen ben ik bezig geweest om voorzieningen op peil te houden of afspraken te maken voor evenementen.

Nu, bijna vijf jaar na mijn eerste werkdag, is er weer iets nieuws op mijn pad gekomen. Ik ga zelf aan de slag in een informatiecentrum maar dan bij Ugchelen op ’t Leesten. Dat betekent dat er een andere boswachter gaat komen voor het Renkums Beekdal.
Het voelt voor mij wel heel dubbel, want hoe leuk de nieuwe uitdaging ook is, ik laat hier iets achter wat ik met veel plezier heb gedaan. Inmiddels liggen er ook aardig wat voetstapjes van mij in het Renkums Beekdal. Ik zal dingen los moeten laten die mijn opvolger zal oppakken en weer verder brengen.

We zijn allemaal verbonden in een passie voor het beekdal, vrijwilligers, bezoekers, ondernemers, natuurbeheerders en het zal altijd een bijzonder plekje bij mij hebben.

Bedankt allemaal, voor jullie passie! We gaan elkaar vast nog wel eens tegenkomen tijdens een wandeling door dit prachtige gebied.

Groet, boswachter Jaël Bergwerff

Share on Facebook Share
Share on TwitterTweet
Share on Pinterest Share
Share on LinkedIn Share
Send email Mail
Print Print
Auteur Stichting Renkums BeekdalGeplaatst op 26 februari 20201 maart 2020Categorieën Blog boswachter SBB: Jaël Bergwerff

Ze zijn er weer; stippen en linten!

Ze zijn er weer; stippen en linten!

In de winterperiode is het altijd raak. Dit is het seizoen voor het bosbeheer. Voor veel mensen is het een verwarrende tijd. We willen toch bos? Waarom moeten er dan bomen omgezaagd worden? Eigenlijk om drie redenen:
1 We gebruiken met elkaar heel veel hout, en 2 Met bosbeheer kunnen we het bosklimaat ten gunste van de natuur beïnvloeden. En 3 om te zorgen dat de recreant veilig kan recreëren.

Bomen en bos zijn belangrijk. Als mens genieten we van het verblijf in deze groene omgeving. Er zijn allerlei dieren en planten verbonden aan het natuurtype bos. Wat ook belangrijk is is dat opgroeiend bos (dus niet de hele oude bomen) veel CO2 opslaat. Met onze huidige CO2 uitstoot dus een belangrijke compensatie. Bosverjonging is niet alleen belangrijk voor de klimaatdoelen, maar ook voor de instandhouding van bos.

In de Oostereng worden elk jaar een aantal bosvakken aangewezen waar werkzaamheden verricht worden. Dat zijn elk jaar andere vakken dan het voorgaande jaar. Deze winter gaat er in de meeste aangewezen vakken gedund worden. Dat wil zeggen dat er bomen tussenuit gehaald worden om de overblijvende bomen meer ruimte te geven om te groeien. Wanneer ze elkaar in de weg zitten zullen de bomen geen van allen goed groeien en gaan kwijnen. Dan zijn ze ook bevattelijker voor plagen en ziektes.
Op een paar plekken worden verjongingsvakken gemaakt. Hier gaan de meeste bomen er af en kan er weer jong nieuw bos ontstaan. Goede CO2-opslurpers dus! Op sommige plekken zullen daar vanzelf nieuwe bomen groeien (natuurlijke verjonging) en op andere plekken zullen we bomen van de gewenste soort aanplanten.

In aanloop van de werkzaamheden worden de bomen aangewezen die gekapt moeten worden. Als de machine dan toch aan het werk is deze winter, pakken we meteen de onveilige bomen mee die langs de paden staan.
Daarna is er nog een controle op holte en nestbomen. Deze bomen krijgen een rood/geel gestreept lint en mogen niet worden weggezaagd. Het is dus belangrijk dat deze linten blijven hangen. Het is een waarschuwing voor de aannemer dat hij niet in de buurt mag komen met de machine of de boom moet laten staan.

Vanaf januari starten de werkzaamheden in de Oostereng. Bezoekers zullen enige last ondervinden doordat de paden tijdelijk minder goed begaanbaar zijn. Onze excuus daarvoor. Na de werkzaamheden zullen de paden weer worden gladgetrokken. Het bos heeft dan weer meer ademruimte en in het voorjaar groeit alles weer dicht.

Voor meer informatie bekijk je het volgende filmpje;
https://youtu.be/lK_3H3zbJ3g

Groeten boswachter Jaël Bergwerff

Share on Facebook Share
Share on TwitterTweet
Share on Pinterest Share
Share on LinkedIn Share
Send email Mail
Print Print
Auteur Stichting Renkums BeekdalGeplaatst op 1 januari 2020Categorieën Blog boswachter SBB: Jaël Bergwerff

Het Bennekomse bos krijgt nieuwe bomen

Het Bennekomse bos krijgt nieuwe bomen

“Goedendag boswachter, onze firma bestaat dit jaar 170 jaar en wij zouden graag in dat kader 170 bomen planten. Of nee, doe maar 510, voor elk van onze vestigingen 170. Kan dat?” Kijk dat zijn leuke vragen. Natuurlijk weten wij wel een plek waar we graag jonge boompjes aanplanten.

Jubileum
De firma Vileda wil graag de boompjes doneren als herinnering aan hun jubileum van 170 jaar. Een prachtig doel en een mooi gebaar om de bossen in Nederland een warm hart toe te dragen. Via het Buitenfonds is het mogelijk om donaties te doen voor projecten bij Staatsbosbeheer. 25 Medewerkers van Vileda komen op de plantdag helpen om de boompjes in de grond te krijgen. Ze willen graag zelf met hun voeten in de aarde. Voorwaarde was wel dat wij zeggen waar de boompjes komen en welke soorten er geplant worden.

Bos blijft bos
In het Bennekomse bos zijn de afgelopen winters een aantal verjongingsgaten gemaakt. De bomen die hier verdwenen zijn willen we graag vervangen door jong spul. Bos moet immers bos blijven. Door aan te planten hebben we controle over welke soorten hier het toekomstige bos gaan vormen. We hebben gekozen voor fladderiep, kleinbladige linde en esdoorn. Deze bomen beschikken over blad dat goed verteert en zo de bosbodem verbetert. Bovendien zorgt de variatie aan soorten voor meer biodiversiteit, oftewel, er komen meer soorten insecten en paddenstoelen en daardoor ook weer vogels en andere dieren. Nog een voordeel is dat het bos stabieler wordt met verschillende soorten en minder bevattelijk is voor ziekten en plagen.

Een goeie start
We hebben de bodem van de te planten plekken eerst losgewoeld met een machine. Dit zorgt voor een goed doorwortelbare groeiplek van de jonge boompjes. Ook gaat het planten hierdoor gemakkelijker. De jonge boompjes worden zonder boompaal geplant. Omdat we niet machinaal planten maar gewoon met mens en steekschop komen de bomen ook niet automatisch in rijtjes te staan. Dit geeft een veel natuurlijker gevoel aan het jonge bos.

Buitenfonds
Dankzij het Buitenfonds is het mogelijk dat bedrijven doneren voor het planten van nieuwe bomen. Voor het realiseren van toekomstbestendig bos met veel menging van boomsoorten zijn deze samenwerkingen heel welkom. Zo kunnen we nog beter werken aan een aantrekkelijk bos voor bezoekers en een gevarieerde leefomgeving voor plant en dier met bomen die hout leveren voor toekomstige generaties. Zie www.buitenfonds.nl

26 november zijn we samen met Vileda aan de slag gegaan. Op naar nieuw jong bos!

Groet Boswachter Jaël Bergwerff

Share on Facebook Share
Share on TwitterTweet
Share on Pinterest Share
Share on LinkedIn Share
Send email Mail
Print Print
Auteur Stichting Renkums BeekdalGeplaatst op 28 november 201928 november 2019Categorieën Blog boswachter SBB: Jaël Bergwerff

De kleurige herfst

De kleurige herfst
Nu er een paar buien zijn gevallen schieten ze uit de grond; paddenstoelen. De eerste herfst tekenen kondigen zich alweer aan. Met een beetje vochtigheid beginnen er alweer overal paddenstoelen te groeien. Er zijn echter ook paddenstoelen, zoals de tonderzwam, die je het hele jaar kunt zien. Deze houtige paddenstoel zit op dode beukenstammen en werd vroeger ook wel gebruikt om een gloeiend kooltje in te vervoeren.
In het bos zie ik een gele klodder onderaan de stam van een boom op het mos zitten. De felgele kleur trekt echt de aandacht. Van dichtbij zie je hele kleine steeltjes. Dit is heksenboter, ook een paddenstoel. Mensen konden die gele klodders in het bos niet verklaren, dus het moest wel heksenwerk zijn. Grappig hoe paddenstoelen in vele verschijningsvormen voorkomen.
Even later kom ik het oranje koraalzwammetje tegen. Ook dit kleine paddenstoeltje valt op door zijn mooie oranje kleur. In elegante sprieten steekt het organisme omhoog. Het is inderdaad net een stukje koraal.

 

Heel anders weer dan de zwavelkopjes die een stukje verderop staan. In een groepje bij elkaar staan deze kleine geelbruine paddenstoeltjes met een dikke steel en een hoedje in het bos.

Als je er op let valt er zoveel prachtigs te zien in de herfst. Veel van de paddenstoelen zijn maar tijdelijk, maar juist daarom geniet ik er extra veel van! Lekker naar buiten dus en ga die paddenstoelen beleven!

Groet, boswachter Jaël Bergwerff, Staatsbosbeheer

Share on Facebook Share
Share on TwitterTweet
Share on Pinterest Share
Share on LinkedIn Share
Send email Mail
Print Print
Auteur Stichting Renkums BeekdalGeplaatst op 25 september 201929 september 2019Categorieën Blog boswachter SBB: Jaël Bergwerff

He lekker, het regen(de) weer!

He lekker, het regen(de) weer!

Had je verwacht nog eens blij te zijn met regenbuien? Met die warme dagen kan je het bijna niet meer voorstellen dat we ook nog wel eens regen hebben. Een paar jaar geleden was ik nog verontwaardigd wanneer de hoeveelheid regen de paden weer blubberig maakte. Er waren verschillende lichtjeswandelingen die glibberend door de blubber gelopen werden. Het hoort er natuurlijk bij in de natuur, maar soms wil je ook gewoon kunnen wandelen zonder je regenlaarzen.

Op plekken waar veel bezoekers komen heb ik dan ook een aantal maatregelen genomen om te zorgen dat er minder water op het pad blijft staan en de paden dus langer droog blijven. Er zijn heuveltjes gemaakt om het water een kant op te geleiden en kuilen om overtollig water in op te vangen. Het wandelgebied bij het informatiecentrum in Renkum is afgelopen voorjaar afgerond. Dan wil je natuurlijk ook zien of het allemaal werkt zoals je het bedacht hebt. Maar nee, we kregen een warm en droog voorjaar die naadloos overging in weer een droge zomer. Die enkele bui deed niks voor de natuur, en zeker niet voor de paden.

Half augustus regende het weer meer. De temperatuur was nog steeds rond de 20 graden, dus de buien waren lekker verfrissend. En het regende ook meer door, dus de grond kon weer voltrekken met water. Alles is groen, behalve de heide dan want die staat juist paars te bloeien. Die heeft dus ook niet te veel te lijden gehad van de droge zomers. De natuur is sterker dan je denkt.

Met de regen ontstaan kleine stroompjes, en waar ze eerder het pad uitsleten worden ze nu door kleine heuveltjes afgebogen naar de zijkant van het pad, zo een watergat of het bos in. Nu konden we de effecten van de maatregelen zien! Van mij mag er meer regen komen, de plantjes en dieren zijn dorstig, de paden zijn in orde en wij doen onze regenjassen en laarzen wel aan!

Share on Facebook Share
Share on TwitterTweet
Share on Pinterest Share
Share on LinkedIn Share
Send email Mail
Print Print
Auteur Stichting Renkums BeekdalGeplaatst op 28 augustus 201928 augustus 2019Categorieën Blog boswachter SBB: Jaël Bergwerff

Sporen van wild

Sporen van wild

Geknakte takjes, de bast van het boompje beschadigd en op de grond bij het jonge boompje is het blad weg geschraapt. In het bos bij Wolfheze kom ik het tegen bij een jonge taxusboom. Wat is dit voor een vandalisme? Nouja, eigenlijk is dit toegestane vandalisme, ook al is de bosbeheerder er niet altijd blij mee dat dieren jonge bomen beschadigen of op eten. Ik heb het spoor van een reebok gevonden. En dan bedoel ik niet het spoor van zijn pootafdrukken.

Er zijn allerlei soorten sporen te bedenken. Naast pootafdrukken, ook wel prenten genoemd, zijn er ook vraatsporen, krab- en veeg sporen, keutels, veren, haren, eigenlijk alles waaraan je kan zien dat er iemand is geweest zijn sporen. Als je weet waar je op moet letten zie je ze overal. Dan besef je ineens dat het wemelt van leven, ook al zie je de dieren zelf niet.

Kijken naar sporen is net een soort detective spelen. Je kan van alles te weten komen over het dier dat ze achter gelaten heeft. Hoe groot het is bijvoorbeeld, wat het graag eet, waar hij slaapt of hoe hij een zaadje uit een dennenappel weet te peuteren. En als je ergens vaak sporen van een bepaald dier ziet heb je ook de kans dat je het dier zelf een keer ziet. Je weet immers al dat het er zit.

Wat later vind ik een plek met een heleboel veren. Aan de veren zie ik dat het een duif is geweest. Hij heeft hier duidelijk het leven gelaten want er ligt een stuk van een vleugel en een pootje. Alle veren zijn rafelig bij de pen waar de veer normaal aan de huid vast zit. Iemand had honger. Wie is de dader van deze moord?

Wil je meer weten over sporen en sporen zoeken? Boek dan nu een excursie speuren naar sporen in de Buunderkamp via www.staatsbosbeheer.nl/sporenbuunderkamp en ga op pad met de natuurgids van Staatsbosbeheer. 3 en 17 augustus is de excursie voor volwassenen om 18.00 uur en speciaal voor kinderen vanaf 6 jaar is er op vrijdag 16 augustus een kinderexcursie sporen zoeken om 14.00 uur. Kinderen moeten begeleid worden door een volwassene. De prijs is € 12,50 voor volwassenen en € 10,00 voor kinderen inclusief iets te drinken.

Share on Facebook Share
Share on TwitterTweet
Share on Pinterest Share
Share on LinkedIn Share
Send email Mail
Print Print
Auteur Stichting Renkums BeekdalGeplaatst op 24 juli 201924 juli 2019Categorieën Blog boswachter SBB: Jaël Bergwerff, Fauna

Eiken-processie rups of de Eiken-polonaise rups?

Eiken-processie rups of de Eiken-polonaise rups?

Wellicht heeft u het al gehoord en of gezien, dat op dit moment de eikenprocessierups volop aanwezig is. De eitjes zijn massaal uitgekomen en alle rupsen trekken nu rond op de eiken. De eikenprocessierups is de rups van een nachtvlinder en wordt ook wel met een moeilijke wetenschappelijke naam de ‘Thaumethopea processionea’ genoemd. In de maanden mei, juni en juli kunnen de behaarde rupsen aangetroffen worden op de eikenbomen die ze helemaal kaal kunnen eten.

Eten
Vanochtend keek ik met mijn collega boswachter naar een aantal eiken waarop de rupsen te vinden waren. ‘Nou daar komen ze aan zei ik nog’, Als een polonaise over de stam kwamen de rups aangekropen. Terug van hun nachtelijke eetavonturen wat ze groepsgewijs doen. In de nacht vreten ze zich vol met verse eikenblaadjes, waarna ze huiswaarts keren in hun ‘haard’. Eenmaal in hun haard is het lekker uitrusten, en vervellen ze daar zes keer tot ze gaan ontpoppen.

Haarden
De haarden waar de rupsen in leven hebben vaak de grote van een handbal, maar er zijn ook haarden tot wel anderhalf meter groot gesignaleerd. Dat kan dus behoorlijk groot worden. De haarden bestaan uit de spinsels van brandharen, vervellingshuiden en de uitwerpselen van de rups.

Brandharen
Na de derde keer vervellen ontwikkelen de rupsen de brandharen die tot enorme akelige overlast kunnen zorgen bij de mens. Huiduitslag en jeuk zijn de meest voorkomende gevolgen na aanraking met de brandharen. Je hoeft er niet voor eens mee in directe aanrekening te zijn geweest met de rupsen zelf. De rupsen laten de haren namelijk los en is het mogelijk dat die haren alle kanten op kunnen waaien. Zelfs uit lege haarden doen zich altijd nog brandharen voor. Dus wees opgepast.

Nachtvlinder
In juli verpoppen de rupsen zich tot de uiteindelijke levensstadia als onopvallende bruingrijze nachtvlinder. In de periode van september tot april zetten de vlinders weer eitjes af in de toppen van de eikenbomen waarna de hele cyclus weer opnieuw begint.

Bestrijding
Staatsbosbeheer doet in eerste instantie niets aan bestrijding en laat daarin de natuur haar gang gaan. De rupsen zijn namelijk een lekkernij voor verschillende soorten vogels als koolmezen.

Wanneer gevaar kan ontstaan voor de bevolkginsgezondheid, te denken aan wandel- en fietspaden kan er acties worden ondernomen door paden af te sluiten, gebruikers van het gebied te waarschuwen en uiteindelijk zelfs de rupsen te bestrijden. Dit bestrijden gebeurd onder andere op campings die Staatsbosbeheer beheert. Een gespecialiseerd bedrijf zal door middel van soort stofzuiger de haarden met rupsen verwijderen.

Toch in aanraking gekomen met de brandharen?
Wanneer je in aanraking bent gekomen met de brandharen en er last van ondervind in jeuk, irritatie van ogen en luchtwegen, uitslag of zelfs nog erger kan jet het volgende doen:
• Probeer niet te krabben of wrijven waar de irritatie is;
• Probeer de brandharen te verwijderen met plakband;
• Spoel de huid schoon met lauw water.
• Doe de kleren uit en was de kleding op minstens 60˚C.
Wordt je benauwd, ontstaat er een dikke tong, lippen of oogleden dan is belangrijk om 112 te bellen.

Groet Jody Bennink, leerling Boswachter Staatsbosbeheer

Share on Facebook Share
Share on TwitterTweet
Share on Pinterest Share
Share on LinkedIn Share
Send email Mail
Print Print
Auteur Stichting Renkums BeekdalGeplaatst op 27 juni 201927 juni 2019Categorieën Blog boswachter SBB: Jaël Bergwerff

Fantastische vlinders

Fantastische vlinders

Foto: Staatsbosbeheer, Oranjetipje op de pinksterbloem

We hebben al wat mooie dagen gehad en de eerste vlinders zijn al weer te zien! Een echte lente aankondiger is natuurlijk de mooie grote gele citroenvlinder. De eerste zag ik al vliegen tijdens de eerste warmere dagen van het jaar. Ook de dagpauwoog heb ik gezien en de gehakkelde aurelia. Maar een van mijn lievelingsvlinders is toch wel het oranjetipje.

Dit kleine drukke vlindertje heeft witte vleugels met een donker randje en een vlekkerig patroon op de onderkant. De mannetjes hebben het kenmerkende oranje tipje aan de punten van hun voorste vleugels. Ik heb gemerkt dat ze erg moeilijk te fotograferen zijn omdat ze steeds maar weer op vliegen en dan vrolijk rondfladderen. Dat heeft voor een deel te maken met het feit dat de mannetjes steeds op zoek zijn naar gewillige vrouwtjes om te paren. Hij maakt een vrouwtje het hof door wild om haar heen te fladderen. Als een vrouwtje eenmaal heeft gepaard steekt ze haar achterlijf de lucht in als er een mannetje aankomt, om hem te laten weten dat hij te laat is. Dan fladdert hij dus weer verder op zoek naar andere vrouwtjes.

De waardplant van het oranjetipje zijn de pinksterbloem en Look-zonder-look. Het vrouwtje legt op een plant 1 eitje net onder een bloemknop. De rupsen zijn onopvallend grijsgroen. Een plant is meestal genoeg voor 1 rups om van te eten tot hij groot genoeg is om te verpoppen. Het is maar goed ook dat er maar 1 eitje per plant is want de rupsen zijn er niet vies van om elkaar op te eten! Pinksterbloemen zie je momenteel overal in de weides bloeien. Perfect voor de oranjetipjes dus! Let maar eens op wanneer je met zonnig weer buiten bent.

Groet Boswachter Jaël Bergwerff

Share on Facebook Share
Share on TwitterTweet
Share on Pinterest Share
Share on LinkedIn Share
Send email Mail
Print Print
Auteur Jaël BergwerffGeplaatst op 24 april 201924 april 2019Categorieën Blog boswachter SBB: Jaël Bergwerff, Fauna, Insecten, Vlinders

Vleermuizen, Batman in winterslaap

Vleermuizen, Batman in winterslaap

De eerste keer dat ik een vleermuis goed kon zien was in een bunker. De vleermuizen waren in winterslaap en hielden zich met kleine klauwtjes vast aan de bekalkte muur van de bunker. We vonden twee soorten, de dwergvleermuis en de grootoorvleermuis. Lang konden we de donzige bolletjes niet bekijken want anders zou hun lichaamstemperatuur omhoog gaan en ze uit hun winterslaap ontwaken. Dat kost dan teveel energie om de rest van de winter door te komen.

Een echte kasteelheer?
Elk jaar worden de vleermuizen geïnventariseerd. Ze kunnen op allerlei plekken zitten. Heus niet alleen in kasteelruïnes, nee, ze zitten in ijskelders, steenfabrieken, op zolders, in spouwmuren, achter dakranden en ook vaak in holle bomen. Dat verschilt een beetje per soort. Zo zitten rosse vleermuizen graag in holle bomen, terwijl de dwergvleermuis veel voorkomt in de spouwmuren in woonwijken.
Met de de inventarisaties die tijdens de winterslaap plaatsvinden, worden bekende vleermuisplekken onderzocht. Vaak zijn dit cultuurhistorische gebouwtjes die mede vanwege de vleermuizen in stand gehouden worden. Dit jaar zijn tijdens die inventarisaties in de omgeving van Renkum bijvoorbeeld de baardvleermuis (vanwege zijn behaarde bovenlip!), de franjestaart, grootoorvleermuizen en de watervleermuis gevonden. Een mooie score!

Vleermuis zoekt huis
De vleermuis heeft het niet gemakkelijk. Het aantal insecten waar ze van leven neemt af en het vinden van een geschikte plek om te overwinteren is helemaal niet zo eenvoudig.
Verder is lichtvervuiling nog een probleem voor ze. Het zijn nachtdieren die in de schemering op jacht gaan. Hun ogen zijn hierop aangepast en ze maken gebruik van echolocatie om niet ergens tegenaan te vliegen of om hun prooi te vangen. Licht maakt hen echter in de war.
Staatsbosbeheer beheert o.a. speciale vleermuiskelders maar ook ‘gewone’ gebouwen kan je vleermuisvriendelijk maken. Op de site (http://www.vleermuis.net/) van de Vleermuizenwerkgroep Nederland staat een schat aan informatie. Hang bijvoorbeeld een vleermuiskast op in je tuin!

Kijken met je oren
Tijdens het vliegen stoten vleermuizen hoge tonen uit in een bepaald ritme. De hoogte en het ritme verschilt per soort. De tonen kaatsen terug en met deze echo weet de vleermuis pijlsnel hoe zijn omgeving er uit ziet. Met een bat-detector kunnen deze tonen worden waargenomen en wordt bepaald welke soort er vliegt. Als je gehoor goed is, kun je enkele van de schelle tonen opvangen wanneer je op een warme avond nog buiten in de tuin zit.

Ik vind het altijd een prachtig gezicht om de donkere schaduw van de vleermuis tegen de lucht te zien terwijl hij zijn achtjes vliegt op jacht naar muggen. Op dit moment zijn ze echter nog in winterslaap, ze zullen pas wakker worden wanneer de temperaturen hoog genoeg zijn en er meer insecten vliegen.

Share on Facebook Share
Share on TwitterTweet
Share on Pinterest Share
Share on LinkedIn Share
Send email Mail
Print Print
Auteur Jaël BergwerffGeplaatst op 28 februari 201913 maart 2019Categorieën Blog boswachter SBB: Jaël BergwerffTags Vleermuizen

De das in winterrust

De das in winterrust

In de winter gaat de natuur in ruststand. Er is weinig voedsel en ook minder zonlicht en warmte. Om zich te wapenen tegen deze periode worden er van te voren reserves opgebouwd, voorraden aangelegd en gaan planten en dieren in spaarstand. Bomen stoten hun bladeren af om te voorkomen dat ze uitdrogen. De bladeren verdampen anders te veel vocht van de boom. Dieren trekken naar warmere streken of verstoppen zich de hele winter op een beschut plekje en slapen of ze bewegen zo weinig mogelijk om energie te sparen.

Wonen in een burcht
De das is zo’n dier dat in winterrust gaat. Dit grote dier dat laag op zijn poten staat en een dikke grijze vacht heeft met de karakteristieke witte en zwarte strepen op zijn kop, leeft in een burcht die hij graaft onder de grond en vele generaties met zijn familie bewoont. Hierdoor ontstaat in de loop van tijd een enorm stelsel van gangen en kamers waar ze meestal met meerdere dassen bij elkaar liggen te slapen. Hij gaat echter niet in winterslaap. Af en toe wordt hij wakker en komt naar buiten om toch wat voedsel te zoeken en te toiletteren.

Waar is de WC?
Een das maakt mestputjes. Hij graaft een kuiltje in de grond waar hij zijn behoefte in doet. Dat maakt hij daarna echter niet dicht, hij wil dat de geur goed te ruiken is voor andere dassen zodat die weten dat hier al een familie das woont. De mestputjes zijn dan ook vaak te vinden in de buurt van dassenburchten.

Uitgebreide menukaart
Het hoofdvoedsel van de das zijn regenwormen, slakken, bessen en graan. Hij heeft scherpe tanden en is een alleseter die zich aanpast aan het voedselaanbod. Hij is over het algemeen ’s nachts actief om voedsel te zoeken. Voor de winter begint bouwt hij een vet voorraad op in zijn lijf.  Ze zijn voor de winter dan ook een stuk zwaarder dan in de lente. Ze leggen geen voedselvoorraad aan en houden hun burcht heel schoon. Het nest materiaal wordt zelfs regelmatig gelucht!

Familie das
Straks in het voorjaar worden ze weer actiever en gaan op zoek naar voedsel om hun reserves weer aan te vullen. Jongen die misschien al een aantal jaar in de burcht bij hun ouders wonen gaan op zoek naar een partner en vertrekken om wellicht een eigen burcht te beginnen. Ze blijven echter lange tijd bij elkaar wonen omdat ze samen sterker staan om hun territorium te verdedigen.

Groet Boswachter Jaël Bergwerff

Foto: Staatsbosbeheer; De das met de karakteristiek zwart/witte strepen op zijn kop.

Share on Facebook Share
Share on TwitterTweet
Share on Pinterest Share
Share on LinkedIn Share
Send email Mail
Print Print
Auteur Jaël BergwerffGeplaatst op 27 januari 201926 februari 2020Categorieën Blog boswachter SBB: Jaël Bergwerff, Zoogdieren

Berichten paginering

Pagina 1 Pagina 2 … Pagina 4 Volgende pagina
  • KNNV
  • Gebieden
    • Beboste hellingen
    • Beekdal
    • De Grunsfoortweide
    • De opgeleide beken, plasjes en vijvers
    • Papierweide
  • Flora
    • Bomen & Struiken
    • Cultuurhistorisch groen
    • Korstmossen
    • Mossen
    • Paddenstoelen
    • Vaatplanten
  • Fauna
    • Amfibieën, Reptielen en Vissen
    • Broedvogels
    • Gallen en Bladmineerders
    • Insecten
    • Kevers
    • Libellen
    • Nachtvlinders
    • Slakken
    • Sprinkhanen
    • Vleermuizen
    • Vlinders
    • Zoetwatermollusken
    • Zoogdieren
  • Geschiedenis
  • Colofon
  • Blogs over de natuur
    • Ontwikkelingen
    • Flora
    • Fauna
      • Zoogdieren
  • Terug naar renkumsbeekdal.nl
  • Facebook
  • Instagram
De natuur van het Renkums Beekdal2025