Ga naar de inhoud
De natuur van het Renkums Beekdal

De natuur van het Renkums Beekdal

Welkom in dit schitterende natuurgebied

  • KNNV
  • Gebieden
    • Beboste hellingen
    • Beekdal
    • De Grunsfoortweide
    • De opgeleide beken, plasjes en vijvers
    • Papierweide
  • Flora
    • Bomen & Struiken
    • Cultuurhistorisch groen
    • Korstmossen
    • Mossen
    • Paddenstoelen
    • Vaatplanten
  • Fauna
    • Amfibieën, Reptielen en Vissen
    • Broedvogels
    • Gallen en Bladmineerders
    • Insecten
    • Kevers
    • Libellen
    • Nachtvlinders
    • Slakken
    • Sprinkhanen
    • Vleermuizen
    • Vlinders
    • Zoetwatermollusken
    • Zoogdieren
  • Geschiedenis
  • Colofon
  • Blogs over de natuur
    • Ontwikkelingen
    • Flora
    • Fauna
      • Zoogdieren
  • Terug naar renkumsbeekdal.nl
  • Facebook
  • Instagram

Auteur: Jaël Bergwerff

Jaël Bergwerff is een boswachter van Staatsbosbeheer en schrijft regelmatig een blog voor onze website. Zij is contactpersoon voor Stichting Renkums Beekdal. Zij houdt zich voornamelijk bezig met recreatieve voorzieningen bij Staatsbosbeheer.

Werkzaamheden in het bos

Werkzaamheden in het bos

Foto: Staatsbosbeheer, Een Harvester aan het werk

Werkzaamheden in het bos
Veel wandelaars hebben de stippen en strepen al gezien in het bos bij Bennekom. Staatsbosbeheer begint de eerste week van januari met werkzaamheden in het bos van Bennekom en bij de Bennekomseweg in Renkum.
De bomen zijn gemerkt, geblest zoals dat heet, bij het bepalen welke bomen moeten wijken en welke moeten blijven. Hierbij wordt gekeken naar de kwaliteit van de bomen en of ze elkaar in de weg zitten. Bosbeheer is jaarrond werken in het bos, met vakmanschap.

Dik en dunnen
Bij het zogenaamde dunnen halen we sommige bomen weg om andere bomen meer ruimte geven om te kunnen groeien. Zo worden die bomen dikker terwijl ze vooral lang en dun worden als we dit niet zouden doen. Als we niets zouden doen, zal het bos zichzelf dunnen waardoor er bomen dood gaan omdat ze te weinig licht krijgen en overruled worden door andere bomen. De bomen die dan overblijven hebben niet de beste kwaliteit omdat ze steeds hebben moeten vechten om licht en voedsel. Door te dunnen wordt het bos vitaler en krijgen we dikke bomen met hout van kwaliteit.

Bos van de toekomst
We maken op sommige plekken meer ruimte zodat er meer licht op de bodem van het bos komt en het bos hier kan verjongen. Want hier krijgt het zaad in de bodem de kans om te ontkiemen en op te groeien tot jonge boompjes en uiteindelijk een volwassen bos. Dit is dus het bos van de toekomst. In een dicht bos krijgen jongen boompjes bijna geen kans omdat hun grote broers alle licht en voedsel inpikken. Er zit verschil in boomsoorten. Sommige zijn meer schaduw kiemers terwijl andere meer licht kiemers zijn. Wil je boomsoorten die graag veel licht hebben dan zul je meer ruimte moeten maken zodat deze soort ook goed kan kiemen en opgroeien.

Foto: Staatsbosbeheer, de Uitrijder legt de stammen op een stapel

Mutlifunctioneel
Een vitaal bos is een gemengd bos. Een menging van twee, of liever nog drie soorten is beter voor het bos. Een bos met maar één soort boom is kwetsbaar voor ziekten en levert minder biodiversiteit. Met verschillende boomsoorten zijn er namelijk ook verschillende insecten, vogels, paddenstoelen etc. aanwezig die van de bomen leven. Uiteindelijk willen we naar een bos toe met een goede mengverhouding van verschillende soorten bomen zodat er een gezond bos ontstaat waar veel organismen hun plek vinden, mensen van kunnen genieten en we kwaliteitshout kunnen oogsten voor de Hollandse markt van bijvoorbeeld bouwmaterialen en meubelen. We noemen dit mulitfunctioneel bos.

Zorgvuldig bosbeheer
Staatsbosbeheer is FSC gecertificeerd. We vinden het belangrijk dat we hout leveren uit verantwoord en duurzaam beheerd bos. Dat betekent dat we rekening houden met de soorten die in het bos leven en dat we het bos zo beheren dat het bos ook bos blijft. Vooraf aan de werkzaamheden controleren we welke plant- en diersoorten er in het bos zitten. Zit er bijvoorbeeld een dassenburcht of een havikshorst dan wordt er op die plekken niet gezaagd. Ook als er een groeiplaats van een bijzonder plantje is of er een mierenhoop ligt, dan blijven we daar vandaan. Verder houden we rekening met de cultuurhistorie. In Bennekom is een aantal restanten van schuttersputjes uit de tweede wereldoorlog aanwezig. Ook deze plekken worden ontzien tijdens de werkzaamheden.

Grote machines
Het oogstwerk wordt gedaan door grote machines. De harvester is een oogstmachine met een lange arm die een boom omklemt en afzaagt. Hij werkt heel precies en ontdoet de boom van zijn takken waarna hij de stam netjes op lengte zaagt. Een andere machine, de uitrijder, komt de stammen ophalen om ze netjes langs het beheerpad op stapels te leggen voor transport. Een vrachtwagen komt de stammen halen voor de verkoop. Het meeste hout uit dit bos gaat naar de vezelhout industrie.
Het is een machtig gezicht, een hoop kabaal en het hele bos ruikt naar vers gezaagd hout. Kijken mag maar houd een ruime veilige afstand. De stapels met stammen zijn voor kinderen vaak interessant maar het is niet veilig om ze te beklimmen. Ze kunnen plotseling gaan rollen en daar wil je niet onder komen.

Kijk ook online voor meer informatie:
http://www.hollands-hout.com/

Share on Facebook Share
Share on TwitterTweet
Share on Pinterest Share
Share on LinkedIn Share
Send email Mail
Print Print
Auteur Jaël BergwerffGeplaatst op 21 december 20175 juni 2025Categorieën Blog boswachter SBB: Jaël Bergwerff, Ontwikkelingen

De paden op!

De paden op!

Het is momenteel weer prachtig in het bos rond het beekdal. De herfst kleurt het bos rood en goud. De grond ligt bezaaid met gekleurde bladeren waar je heerlijk mee kan spelen. Zo’n dik pak afgevallen blad is geweldig om op te pakken en naar elkaar te gooien. En al die dwarrelende kleuren zijn een prachtig gezicht. We hebben allemaal plezier van de herfst.

De bladeren hebben echter ook een nadeel. Op de wandelpaden zorgen ze voor een pakket van halfverteerd materiaal die veel vocht vasthoud. Zeker als er een gesloten kroondak is en het water niet snel verdampt door de zon, geeft het een potentieel slechte plek in het pad. Plekken waar water zich verzameld nadat het van een hoger gelegen deel is gestroomd zijn al snel vochtiger. Als daar ook nog blad blijft liggen dan heb je op den duur een blubberplek met een dikke vochtige smeerlaag. Het enige wat je dan nog kan doen is de smeerlaag afgraven en vervangen door zand.

Vorig jaar heb ik een aantal van deze plekken bij de Keijenberg op laten knappen door de smeerlaag te verwijderen. Nu willen we proberen de staat van de paden zo lang mogelijk goed te houden door watergeultjes te maken en het water zoveel mogelijk af te voeren. Daarnaast verwijderen we het blad door de paden te blazen. Op die manier blijven de paden langer begaanbaar. Het blijft lastig, want het gebied is vochtig bij de beken en er komt veel water bij elkaar vanaf de hoger gelegen delen. Het zullen nooit kurkdroge paden worden in deze tijd van het jaar.

Het voelt wat onnatuurlijk om in een natuurgebied de paden te blazen. We doen dat ook niet overal. Alleen waar veel bezoekers in het terrein komen en het nodig is om de paden langer in goede staat te kunnen houden en schade te minimaliseren. Zo kunnen we allemaal genieten van die prachtige herfstkleuren en straks in de winter misschien wel met sneeuw door het bos wandelen!

Groet, boswachter Jaël Bergwerff

Share on Facebook Share
Share on TwitterTweet
Share on Pinterest Share
Share on LinkedIn Share
Send email Mail
Print Print
Auteur Jaël BergwerffGeplaatst op 28 november 201728 november 2017Categorieën Blog boswachter SBB: Jaël BergwerffTags bergwerff, jaël, sbb, staatsbosbeheer

Herfst

Herfst

Heel langzaam beginnen zo langzamerhand de bladeren te kleuren. Het waait en het regent wat vaker. Door de vochtigheid schieten de paddenstoelen uit de grond. Ook dit jaar groeit de pruikenzwam weer aan de boom vlakbij het informatiecentrum. Ik heb de biefstukzwam nog niet gezien maar die zal zich ook ongetwijfeld weer vertonen.

Het is weer genieten in dit nieuwe seizoen dat zich aandient. De eikels, beukennootjes en al dan niet tamme kastanjes liggen weer voor het oprapen. Die laatste kan je zo mooi poffen boven een kampvuurtje. Of gewoon schillen en meekoken met de spruitjes, heerlijk.

Niet alleen wij oogsten in deze tijd de vruchten van de natuur, de appels, de bramen, ook de dieren verzamelen voedsel voor de winter of eten zich goed vol voor hun winterslaap. De hertenbronst is voorbij en nu moeten ze goed opvetten voor de winter.

Ik zag een gaai met een eikel in zijn snavel. Hij streek neer op een grint-dak en keek goed om zich heen. Hij zag mij niet maar ik hem wel en ook hoe hij snel de eikel verstopte tussen de stenen. Gaaien en eekhoorns verstoppen eikels en andere noten zodat ze ze in de winter weer op kunnen zoeken als ze honger hebben. Soms vergeten ze er een en dan groeit er ineens een eik op je grint-dak!

Het kan guur zijn, het kan nat zijn, het kan stormen maar de zon kan ook heerlijk schijnen in de herfst. Ik weet het, elke keer als er een nieuw seizoen aanbreekt denk ik het weer; ‘Misschien is dit wel mijn favoriete seizoen…’

Groet boswachter Jaël Bergwerff

Share on Facebook Share
Share on TwitterTweet
Share on Pinterest Share
Share on LinkedIn Share
Send email Mail
Print Print
Auteur Jaël BergwerffGeplaatst op 19 oktober 201719 oktober 2017Categorieën Blog boswachter SBB: Jaël Bergwerff, Paddenstoelen

Eerste bronst in de Renkumse poort!

Eerste bronst in de Renkumse poort!

Het is vroeg in de herfst, de nevel ligt dunnetjes over het open terrein tussen de bomen. Het is fris zo in de ochtend. Hier en daar beginnen de blaadjes al te kleuren aan de bomen. Nu het wat kouder wordt in de nachten gaat het echt beginnen; de edelhertenbronst. Het paringsritueel van de edelherten.

De dames
Dit jaar is het voor mij als boswachter in de omgeving van Renkum extra bijzonder. Er zijn tekenen dat er voor het eerst bronst is in de Renkumsepoort! De verbinding tussen de Veluwe en de Nederrijn wordt sinds vorig jaar betreden door een roedel hindes. Door het gebied rust te geven wilden we de dames zoveel mogelijk de gelegenheid geven zich in de Buunderkamp te vestigen. En als dat lukt volgen de mannen vanzelf!

De heren
De herten (mannetjes) leven door het jaar heen in hun eigen roedel. Maar als het bronst wordt zijn ze even geen dikke vrienden meer. Ze gaan ieder voor zich op zoek naar de hindes en soms gaan ze daarvoor helemaal naar de andere kant van de Veluwe!

Om indruk te maken probeert het hert zijn gewei zo imposant mogelijk te maken door het te behangen met mos en takken. Getooid met allerlei groen toont hij zich aan de dames. Ook urineert hij over zichzelf en in een zandbed waar hij in gaat liggen rollen. Een soort sexy parfum wat de dames aantrekkelijk vinden. De sterke muskusachtige geur die dan in de lucht hangt is duidelijk herkenbaar.

Plek waar bronstparfum wordt gemixt!

Het territorium
We hebben sporen van deze acties gevonden in de Buunderkamp. Duidelijk zijn er een of meer heren over het Jac. P. Thijsse ecoduct gekomen om de roedel hindes dat zich er ophoudt te veroveren. En dan komt ook het geburl! Het geluid dat het hert maakt om zijn territorium aan te geven en andere herten duidelijk te maken dat hij hier heer en meester is. Komt een ander hert dat betwisten?

Als meerdere mannen het voorzien hebben op dezelfde groep hindes wordt het knokken. Het recht van de sterkste geldt hier en met hun machtige geweien gaan ze elkaar te lijf. Het is puur een krachtmeting en de verliezer zal het veld ruimen.

Het belang van rust
We gaan de ontwikkelingen van de edelherten in de Renkumsepoort natuurlijk goed in de gaten houden. Om ze zoveel mogelijk de kans te geven hebben ze wel rust nodig. Daarom zullen we geen evenementen toestaan in de Buunderkamp. Edelherten zijn schuwe dieren en wanneer ze steeds verstoord worden zullen ze weer weg trekken. Houd je dan ook aan de toegangsregels van onze terreinen zoals aangegeven op de bebording. Als ze zich op hun gemak voelen heb je kans op een onverwachte ontmoeting met dit machtige dier!

Share on Facebook Share
Share on TwitterTweet
Share on Pinterest Share
Share on LinkedIn Share
Send email Mail
Print Print
Auteur Jaël BergwerffGeplaatst op 30 september 201730 september 2017Categorieën Blog boswachter SBB: Jaël BergwerffTags bronst, edelhert

Werkzaamheden in het Renkums Beekdal

Werkzaamheden in het Renkums Beekdal

foto: De zwarte modderlaag die ontstaat door veenafbraak.

Rotte eieren
De laatste tijd kwamen er soms klachten van mensen dat ze een rotte eierenlucht roken in het Renkums beekdal. Een wandeling over het vlonderpad werd hierdoor minder aangenaam. Waar komt dat toch vandaan en wat kunnen we er aan doen? Ik zal proberen een vrij technisch en scheikundig verhaal uit te leggen.
Bij de inrichting van het Renkumsbeekdal in 2011 zijn de Halveradsbeek en een zijafwatering gedempt. Het idee hierbij was om het water zo lang mogelijk in het beekdal vast te houden waarbij een bloemrijke vegetatie van vochtig hooiland kon ontwikkelen. Na vier jaar bleek uit monitoring dat dit niet de juiste uitwerking had. Er bleef te veel water staan en er is een zwarte modderlaag ontstaan waar niks in groeit. En het stinkt. Samen met onderzoeksbureau B-ware zijn we gaan kijken wat er aan de hand is.

Verrijkend regenwater

Uitvoerder Cornjum de Vries bezig met maaiwerkzaamheden in het beekdal.

Met het regenwater slaan veel verrijkende stoffen als sulfaat en nitraat neer in het beekdal. Dit zijn landbouw gerelateerde stoffen die door bemesting in de lucht komen. Door de aanwezigheid van deze stoffen in het water in het beekdal vinden er processen plaats, waardoor de veenlaag wordt afgebroken en er stoffen als pyriet en zwaveldioxide vrijkomen. De laatste zorgt met name voor een rotte eierenlucht. Er werd zoveel water vastgehouden dat het te drassig werd in het beekdal. Je kon tot je middelwegzakken in de (voormalige) veenlaag. Het afgebroken veen veranderd in een met pyriet vergiftigde laag modder waar niets in groeit.
De oplossing is meer water af te voeren waardoor de afbrekende processen niet meer plaatsvinden en de verrijkende stoffen afgevoerd worden met het water. Hiervoor moet dus een ontwateringssloot gegraven worden. Met een kraantje graaft de uitvoerder half augustus een nieuwe sloot van 40 tot 50 cm diep. Deze ontwateringssloot zal vooral het regenwater afvoeren waar de sulfaat en nitraat in zit. Naar verwachting moet er over 2 a 3 jaar verbetering te zien zijn in de vegetatie. Op het landgoed Staverden van Gelders Landschap en Kastelen hadden ze een vergelijkbaar probleem. Daar is nu al een goede ontwikkeling van de vegetatie te zien. We zullen het Renkums beekdal goed in de gaten houden hoe het zich ontwikkeld!

Groet Boswachter Jaël Bergwerff

Share on Facebook Share
Share on TwitterTweet
Share on Pinterest Share
Share on LinkedIn Share
Send email Mail
Print Print
Auteur Jaël BergwerffGeplaatst op 27 augustus 201727 augustus 2017Categorieën Blog boswachter SBB: Jaël Bergwerff, OntwikkelingenTags maaien, maaier, onderhoud, staatsbosbeheer

Lasers in het beekdal??

Lasers in het beekdal??

We verzinnen steeds weer wat nieuws. Als je met de tijd mee wil gaan moet je je verdiepen in moderne technieken en weten wat de moderne mens interessant vindt en verlangt. Zo lopen we tegenwoordig niet meer met een kaart onze wandelroutes maar met een app en als de kinderen buiten gaan spelen zoeken ze virtuele wezentjes die er in het echt helemaal niet zijn, maar bedacht door een japans spelcomputerbedrijf.

Vorige maand kreeg ik de vraag of het mogelijk was een lasershow te houden in het Renkums beekdal. Tja dan denk je eerst nee, dat kan niet, dat is geen natuur, dat hoort er niet. Maar als dan verteld wordt hoe de techniek in elkaar steekt en dat de show gaat over het ontstaan en de ontwikkeling van het beekdal, ga je toch nog even nadenken. Wat zou dan het probleem kunnen zijn voor de natuur, zo’n lichtshow?

De bosuil houdt zich overdag schuil in een holle boom en gaat ‘s nachts op zoek naar voedsel. Foto: Staatsbosbeheer.

Na zonsondergang mag je de terreinen van Staatsbosbeheer niet meer in. Dan is de natuur echt van de dieren en de nachtdieren kunnen er veel last van hebben als ze verstoord worden. Een lichtshow is verstorend voor vleermuizen bijvoorbeeld, maar ook voor nachtvogels als uilen. Juist in de schemer zijn veel dieren actief, ook omdat ze overdag al naar hun schuilplaatsen gejaagd worden. Geluid is ook verstorend. Iets als vuurwerk is ondenkbaar in een natuurgebied maar ook geluid van versterkers met muziek en dergelijke is niet wenselijk.

Renkum ligt tegen het Renkums beekdal aan. Op de openbare weg geldt de hinderwet van de gemeente voor licht en geluid. Met de organisatie van de lichtshow heb ik afgesproken dat er niets in het beekdal geplaatst wordt voor dit evenement. De techniek belooft dat het licht niet naar het beekdal maar naar de bebouwing straalt. Het geluid blijft beperkt tot passende serene muziek op aanvaardbaar geluidsniveau.

Door aan te tonen dat er geen overlast is voor de natuur met dit evenement kan het toch doorgang vinden. En verder vind ik het ook een heel mooi idee om op deze moderne manier te laten zien hoe het gebied zich ontwikkeld heeft en hoe waardevol het is.
Maar eigenlijk zien de Renkummers dat elke dag al, als ze door het natuurgebied lopen, toch?

Groet Boswachter Jaël Bergwerff

Share on Facebook Share
Share on TwitterTweet
Share on Pinterest Share
Share on LinkedIn Share
Send email Mail
Print Print
Auteur Jaël BergwerffGeplaatst op 23 juni 201727 juni 2017Categorieën Blog boswachter SBB: Jaël Bergwerff, Ontwikkelingen

Kids in het beekdal

Kids in het beekdal

foto: Het Streek in het Renkums Beekdal

Wat een heerlijke aanblik was het laatst in het beekdal toen er totaal 300 kinderen over twee dagen tijd een bezoek brachten aan het Renkums beekdal! De leerlingen van Het Streek in Ede kwamen in groepjes allerlei natuuronderzoekjes doen. Hun docenten hadden een tof programma gemaakt waarbij ze allerlei dingen te weten kwamen over het beekdal en de historie. Gabriëlla, vrijwilligster van het Informatiecentrum, verwelkomde ze met een film over het Renkums beekdal en ze vertelde daarbij over de cultuurhistorie. Menig gegniffel klonk op toen ze zei dat de heer van het landgoed de Keijenberg met zijn verrekijker naar de meisjes in het dameszwembad keek. Ook ik moest een lachje onderdrukken bij deze suggestie.

Het was mooi weer en ik zag overal leerlingen lopen. Bij het informatiecentrum maar ook in het bos en op het vlonderpad. Allemaal waren ze druk bezig, de een serieuzer dan de ander, met het vervullen van hun natuuropdrachten. Ze gingen boomhoogtes en diktes meten en waterdiertjes bekijken en ze zagen opgegeven moment zelfs slangen! De ringslangen die hier voorkomen lagen lekker op te warmen in het zonnetje langs de beek. De kinderen durfden meteen het beekdal niet in, wat alleen maar goed is want het beekdal zelf mag niet betreden worden vanwege de kwetsbaarheid van de planten die er groeien. En dus ook voor de rust van de slangen en andere dieren die er voorkomen.

Ringslang op sterk water

Uiteindelijk vond een groepje zelfs nog een dode ringslang die door Gabriëlla vakkundig op sterk water is gezet. Nu is de slang te bewonderen in het informatiecentrum. Waarschijnlijk is de slang door een roofvogel gepakt om op te eten maar is hij toch weer ontsnapt en heeft het uiteindelijk toch niet overleeft door de verwonding aan zijn nek.

Natuureducatie en het zijn in de natuur is heel belangrijk voor kinderen om te leren dat we allemaal onderdeel zijn van een geheel. Dat de natuur bijzonder en belangrijk is en dat we er zorg voor moeten dragen. Daarom verwelkomen we de kinderen graag buiten en werkt Staatsbosbeheer mee aan dit soort projecten. Al met al, de kids hebben veel op kunnen steken en er volgens mij ook veel lol aangehad. En wij ook!

Groet, boswachter Jaël Bergwerff

Share on Facebook Share
Share on TwitterTweet
Share on Pinterest Share
Share on LinkedIn Share
Send email Mail
Print Print
Auteur Jaël BergwerffGeplaatst op 20 mei 201726 juni 2017Categorieën Blog boswachter SBB: Jaël Bergwerff

Reekalfjes in de lente

Reekalfjes in de lente

Foto: Staatsbosbeheer; Reekalfje verschuilt zich tussen de bosbessen, rustig laten liggen en niet aankomen!

Je weet wel hoe dat gaat, eerst heb je de bronstperiode, de paartijd. We hebben beleefd hoe de edelherten, reeën en zwijnen elkaar het hof maakten. Edelherten hebben een draagtijd van ongeveer 235 dagen. Reeën hebben een verlengde draagtijd van 150 dagen. Het embryo begint zich pas vanaf december te ontwikkelen en dan duurt het nog een 144 dagen voor de eerste kalfjes geboren worden, ongeveer in mei.

Na de geboorte lopen de kalfjes van de reeën al vrij snel met hun moeder mee, op zoek naar grassen die zachtjesaan weer beginnen te groeien, knabbelen van knoppen, scheuten en bast. Natuurlijk krijgen ze de eerste tijd moedermelk maar al vlot leert het kalf eten zoeken van zijn moeder.

Het jonge dier heeft veel te leren en komt veel spannende nieuwe dingen tegen. Van zijn moeder leert hij wanneer het gunstigste moment is om uit de dekking te komen en eten te gaan zoeken. Overdag verstoppen ze zich in de rustige delen van het bos tussen het dichte hout. Dan komt een vreemde en nieuwe geur gedreven. Geluiden, een heldere stem, een hoge blaf. Wat is dat??
“Mam, moeten we rennen?”

Bij gevaar zal een kalf van een ree of edelhert zich laten vallen en klein maken in het hoge gras. Door zijn schutkleur valt hij nauwelijks op. Moeder rent weg om het gevaar af te leiden van haar kalf. Later als het gevaar geweken is zal ze terug komen en haar kalf roepen. Het jong laat zijn eigen kenmerkende roep horen waar zij hem aan herkend en ze worden weer herenigd.

Het loopt helaas ook wel eens minder goed af. Mensen die het kalf zien denken dat hij in de steek gelaten is door de moeder en nemen het soms mee! Behalve dat de moeder het kalf dus niet meer kan vinden zal het kalf ook als het terug gezet wordt naar mensen ruiken, en is de kans groot dat ze hem niet meer accepteert. Laten liggen dus!

De jonge kalveren zijn niet opgewassen tegen loslopende honden die het wild schrik aanjagen. Geluid of geur is al genoeg om het wild te doen schrikken en er vandoor te gaan. In blinde paniek kunnen ze regelrecht het prikkeldraad in of de weg op rennen, soms met de hond er bij en dat gun je geen van beiden.

Het lijkt me duidelijk. Wees welkom om de lente te beleven! Ook met de hond, maar wel aan de lijn! Respecteer de toegangsregels van onze gebieden, die te lezen zijn op de bebording wanneer je het terrein betreed. En mocht je toevallig een reekalfje tegenkomen dat zich verschuild tussen de begroeiing, niet aankomen, rustig doorlopen, moeders komt weer terug.

En dan nu; beschuit met muisjes, op het jonge grut!

Boswachter Jaël Bergwerff

Share on Facebook Share
Share on TwitterTweet
Share on Pinterest Share
Share on LinkedIn Share
Send email Mail
Print Print
Auteur Jaël BergwerffGeplaatst op 29 april 201726 juni 2017Categorieën Blog boswachter SBB: Jaël Bergwerff, Fauna

Vlinderstroken

Vlinderstroken

foto Staatsbosbeheer: Groot dikkopje

Regelmatig wordt mij gevraagd waarom er stukken niet zijn gemaaid in het beekdal. Stroken ruige vegetatie is blijven staan. ‘Gaan jullie dat nog maaien?’ of ‘het is daar zeker te nat?’ vraagt men dan. Geen van twee is van toepassing. Het gaat hier om vlinderstroken. Elk jaar worden een aantal stroken met piket paaltjes met een oranje punt uitgezet die niet gemaaid worden eind van de zomer.

In deze stroken kunnen planten nog nabloeien. Dit is belangrijk voor de dagvlinders die nog opzoek zijn naar nectar voordat het winter wordt. Ook vinden bijvoorbeeld watersnippen en dwergmuizen hier een schuilplaats in de winter.

Vlindersoorten die kenmerkend zijn voor extensief beheerde graslanden (dat wil zeggen dat ze maar een keer per jaar gemaaid worden) overwinteren vaak als rups. De rupsen zijn aan het begin van de winter nog onvolgroeid en zoeken een schuilplaats in de pollen van de gewassen die zijn blijven staan.

Foto: Staatsbosbeheer
Het Hooibeestje kun je vrij makkelijk zien in het Renkums beekdal

Een voorbeeld hiervan is het Hooibeestje. Wanneer het voorjaar aanbreekt en alles weer gaat groeien en bloeien beginnen deze rupsen aan een tweede vreetsessie. Nu groeien ze dik en rond en kunnen ze gaan verpoppen. Tussen mei en september kun je de vlinders zien vliegen. Deze leggen hun eitjes en als de rupsen uit komen begint de cyclus opnieuw.

Een zeldzame soort die hier in het beekdal gezien kan worden is de bruine vuurvlinder. Deze vlinder heeft zelfs twee generaties in een jaar. De rupsen die in de strooisel laag overwinteren vliegen in Mei –Juni en leggen dan hun eitjes. In Juni-Juli kun je weer rupsen tegen komen die in augustus als vlinder rondvliegen. De kinderen van deze exemplaren zullen weer als rups overwinteren.

Elk jaar worden weer nieuwe plekken uitgekozen om als vlinderstrook te fungeren. Op deze manier houd je toch het grasland doordat elk stuk toch regelmatig gemaaid wordt.

Voor meer informatie over vlinders kun je kijken op www.vlindernet.nl

Groet Boswachter Jaël Bergwerff

Share on Facebook Share
Share on TwitterTweet
Share on Pinterest Share
Share on LinkedIn Share
Send email Mail
Print Print
Auteur Jaël BergwerffGeplaatst op 23 maart 201726 juni 2017Categorieën Blog boswachter SBB: Jaël Bergwerff, VlindersTags bergwerff, dikkopje, hooibeestje, jaël, maaien, staatsbosbeheer, vlinder, vlinderstroken

De eerste voorjaarstonen

De eerste voorjaarstonen

De vorige keer schreef ik nog over sporen in de sneeuw, nu zijn de temperaturen alweer zoveel hoger dat de vogels al het hoogste lied beginnen te zingen. Als je goed luistert hoor je dat ze hun voorjaarswijsjes aan het oefenen zijn en dat dat nog niet altijd gaat zoals dat moet.
De vink fluit normaal zijn bekende ‘vinkeslag’. Ik heb hem ooit geleerd te onthouden door het volgende zinnetje mee te zeggen; ‘wie wie wie heeft er meer geld dan ik, Piet of Marie?’ En daarbij is ‘Piet of Marie’ de vinkeslag. Een snelle afwisseling van hoge en lage tonen.

De vinken die afgelopen jaar zijn geboren gaan nu hun eerste seizoen in en willen meedoen met de oudere vogels in het afbaken en van hun territorium en natuurlijk het verleiden van de vrouwtjes. Aan de vinkeslag hoor je dat ze nog onwennig zijn. Het is net of ze hun keel moeten schrapen na een lange winter en nog moeten oefenen om de vinkeslag er in te krijgen. De een komt niet verder dan ‘wie wie wie heeft er meer geld?’ en de ander klinkt gewoonweg schor.

Al met al het is ’s morgens een kakofonie van vogelgeluiden, of de zon nu schijnt of niet. Ze hebben er zin in, de vogels. Het kan nu niet lang duren of de knoppen gaan ook schuiven. Zo noem je het wanneer de knoppen van bomen en struiken langzaam beginnen te groeien en het frisse groen tevoorschijn komt.
Ik heb in elk geval al wel de bloeiende hazelaars gezien! Deze tweehuizige boomvormige struik heeft twee soorten bloemen. De mannelijke lange katjes, ook wel snottebellen genoemd, waar het stuifmeel af komt. De vrouwelijke bloemen zijn heel klein en hebben felrode pluimpjes. Hier komen later de hazelnoten aan.

Zodra de temperatuur omhoog gaat, maar ook omdat er gewoon weer meer licht is, komt de wereld tot leven. Specialisten zijn de bolgewasjes als sneeuwklokjes die profiteren van het eerste licht als er nog geen blad aan de bomen zit. Over enige tijd zien we ook de bosanemonen komen die zelfs meedraaien met de zon. Daarom worden ze in de Achterhoek ook wel ‘umkiekertjes’ genoemd.

Lekker weer naar buiten zonder jas, ik kijk er naar uit, heerlijk die lente kriebels!

Boswachter Jaël Bergwerff

Share on Facebook Share
Share on TwitterTweet
Share on Pinterest Share
Share on LinkedIn Share
Send email Mail
Print Print
Auteur Jaël BergwerffGeplaatst op 27 februari 201726 juni 2017Categorieën Blog boswachter SBB: Jaël Bergwerff, Flora

Berichten paginering

Vorige pagina Pagina 1 Pagina 2 Pagina 3 Volgende pagina
  • KNNV
  • Gebieden
    • Beboste hellingen
    • Beekdal
    • De Grunsfoortweide
    • De opgeleide beken, plasjes en vijvers
    • Papierweide
  • Flora
    • Bomen & Struiken
    • Cultuurhistorisch groen
    • Korstmossen
    • Mossen
    • Paddenstoelen
    • Vaatplanten
  • Fauna
    • Amfibieën, Reptielen en Vissen
    • Broedvogels
    • Gallen en Bladmineerders
    • Insecten
    • Kevers
    • Libellen
    • Nachtvlinders
    • Slakken
    • Sprinkhanen
    • Vleermuizen
    • Vlinders
    • Zoetwatermollusken
    • Zoogdieren
  • Geschiedenis
  • Colofon
  • Blogs over de natuur
    • Ontwikkelingen
    • Flora
    • Fauna
      • Zoogdieren
  • Terug naar renkumsbeekdal.nl
  • Facebook
  • Instagram
De natuur van het Renkums Beekdal2025