Boterbloemen

En ónder aan den dijk daar glommen de blommen: … (*)
Copyright: www.wildebloemen.info

Typisch Nederlands beeld: een wei vol boterbloemen, na de brandnetels en paardenbloemen misschien wel de bekendste plant van ons land. Van de 12 soorten met de naam boterbloem zie je de scherpe en kruipende boterbloem het vaakst. Hun bloemen lijken op elkaar, hun bladeren zijn te onderscheiden voor wie het weet, maar het opvallendst is toch wel het verschil in hun groeiwijze.

Bladeren van de kruipende en de scherpe boterbloem.
Zie: www.bioplek.org/organismen/planten/1klas_plantenlijst.html

De scherpe boterbloem staat met zijn grote pollen nog fier overeind als het omringende weiland al is kaalgevreten, terwijl de kruipende boterbloem zijn naam eer aandoet door met een fijnmazig netwerk van uitlopers tussen andere planten door te kruipen. Toch groeien ze vaak op dezelfde plaatsen. Hoe doen ze dat?

Eerder schreef ik dat het leven van een plant wordt beheerst door drie soorten ‘uitdagingen’: (1) Hoe krijg ik wat ik nodig heb om te groeien? (2) Hoe verdraag ik ongunstige omstandigheden die de groei vertragen? (3) Hoe voorkom ik verliezen? Plantensoorten verschillen in de mate waarin ze elk van deze uitdagingen aangaan of ontlopen. Omdat groeiplaatsen verschillen in ernst en aard van deze uitdagingen vind je verschillende soorten op verschillende plaatsen. Terwijl soorten die samen voorkomen vaak verschillende manieren hebben om de uitdagingen ter plaatse aan te gaan.

De scherpe en de kruipende boterbloem vind je vaak samen op matig vruchtbare bodems, zonder groeivertragende omstandigheden. Weilanden, waar ze slechts bescheiden buren hoeven bij te houden in de wedloop naar het licht, zonder bomen waarvan ze onmogelijk kunnen winnen. In een weiland is hun voornaamste probleem de kans op bladverlies door begrazing. De beide boterbloemen gaan daar heel verschillend mee om: de een verweert zich en de ander ontwijkt.

Alle boterbloemen zijn een beetje giftig, maar de scherpe boterbloem smaakt bovendien zo scherp dat het vee hem liefst vermijdt. Die scherp smakende stof is niet gratis. Investeren in die stof loont alleen als het vee hem ook kan vermijden. Niet voor niets groeit de scherpe boterbloem in opvallende pollen waar het vee gemakkelijk omheen kan grazen. Dat heeft bovendien het voordeel dat zijn buren worden kort gehouden.

De kruipende boterbloem probeert zijn bladverlies te beperken door begrazing te ontwijken. Zijn lange uitlopers wortelen op de knopen, met de groeipunten strak tegen de grond, buiten bereik van brede koeienbekken. De bladsteeltjes zijn net lang genoeg om de buren bij te blijven. Niet langer, want wie erboven uitsteekt wordt het eerst opgevreten. Lange stelen zijn trouwens verspilling, want opgevreten worden ze toch. Dat is echter geen probleem, want de buren worden ook opgevreten en vanuit zijn ongedeerde groeipunten kan hij snel weer nieuwe blaadjes maken.

Doordat de kruipende boterbloem overal tussendoor groeit, kunnen grazers met een brede bek zijn blaadjes niet vermijden. Daardoor loont het niet om te investeren in een scherpe smaak. Die smaak heeft hij dan ook niet. Proef zelf het verschil, maar spuug de blaadjes wel uit.

(*) Uit het gedicht: ‘De dijk’. C.S. Adama van Scheltema: Eenzame liedjes (1906).

Reageren naar: wim.braakhekke@renkumsbeekdal.nl

Auteur: Wim Braakhekke

Wim Braakhekke is natuurgids en sinds juni 2017 ook bestuurslid van Stichting Renkums Beekdal.