Recente blogs over de natuur

Ze zijn er weer; stippen en linten!

In de winterperiode is het altijd raak. Dit is het seizoen voor het bosbeheer. Voor veel mensen is het een verwarrende tijd. We willen toch bos? Waarom moeten er dan bomen omgezaagd worden? Eigenlijk om drie redenen:
1 We gebruiken met elkaar heel veel hout, en 2 Met bosbeheer kunnen we het bosklimaat ten gunste van de natuur beïnvloeden. En 3 om te zorgen dat de recreant veilig kan recreëren.

Bomen en bos zijn belangrijk. Als mens genieten we van het verblijf in deze groene omgeving. Er zijn allerlei dieren en planten verbonden aan het natuurtype bos. Wat ook belangrijk is is dat opgroeiend bos (dus niet de hele oude bomen) veel CO2 opslaat. Met onze huidige CO2 uitstoot dus een belangrijke compensatie. Bosverjonging is niet alleen belangrijk voor de klimaatdoelen, maar ook voor de instandhouding van bos.

In de Oostereng worden elk jaar een aantal bosvakken aangewezen waar werkzaamheden verricht worden. Dat zijn elk jaar andere vakken dan het voorgaande jaar. Deze winter gaat er in de meeste aangewezen vakken gedund worden. Dat wil zeggen dat er bomen tussenuit gehaald worden om de overblijvende bomen meer ruimte te geven om te groeien. Wanneer ze elkaar in de weg zitten zullen de bomen geen van allen goed groeien en gaan kwijnen. Dan zijn ze ook bevattelijker voor plagen en ziektes.
Op een paar plekken worden verjongingsvakken gemaakt. Hier gaan de meeste bomen er af en kan er weer jong nieuw bos ontstaan. Goede CO2-opslurpers dus! Op sommige plekken zullen daar vanzelf nieuwe bomen groeien (natuurlijke verjonging) en op andere plekken zullen we bomen van de gewenste soort aanplanten.

In aanloop van de werkzaamheden worden de bomen aangewezen die gekapt moeten worden. Als de machine dan toch aan het werk is deze winter, pakken we meteen de onveilige bomen mee die langs de paden staan.
Daarna is er nog een controle op holte en nestbomen. Deze bomen krijgen een rood/geel gestreept lint en mogen niet worden weggezaagd. Het is dus belangrijk dat deze linten blijven hangen. Het is een waarschuwing voor de aannemer dat hij niet in de buurt mag komen met de machine of de boom moet laten staan.

Vanaf januari starten de werkzaamheden in de Oostereng. Bezoekers zullen enige last ondervinden doordat de paden tijdelijk minder goed begaanbaar zijn. Onze excuus daarvoor. Na de werkzaamheden zullen de paden weer worden gladgetrokken. Het bos heeft dan weer meer ademruimte en in het voorjaar groeit alles weer dicht.

Voor meer informatie bekijk je het volgende filmpje;
https://youtu.be/lK_3H3zbJ3g

Groeten boswachter Jaël Bergwerff

Het Bennekomse bos krijgt nieuwe bomen

“Goedendag boswachter, onze firma bestaat dit jaar 170 jaar en wij zouden graag in dat kader 170 bomen planten. Of nee, doe maar 510, voor elk van onze vestigingen 170. Kan dat?” Kijk dat zijn leuke vragen. Natuurlijk weten wij wel een plek waar we graag jonge boompjes aanplanten.

Jubileum
De firma Vileda wil graag de boompjes doneren als herinnering aan hun jubileum van 170 jaar. Een prachtig doel en een mooi gebaar om de bossen in Nederland een warm hart toe te dragen. Via het Buitenfonds is het mogelijk om donaties te doen voor projecten bij Staatsbosbeheer. 25 Medewerkers van Vileda komen op de plantdag helpen om de boompjes in de grond te krijgen. Ze willen graag zelf met hun voeten in de aarde. Voorwaarde was wel dat wij zeggen waar de boompjes komen en welke soorten er geplant worden.

Bos blijft bos
In het Bennekomse bos zijn de afgelopen winters een aantal verjongingsgaten gemaakt. De bomen die hier verdwenen zijn willen we graag vervangen door jong spul. Bos moet immers bos blijven. Door aan te planten hebben we controle over welke soorten hier het toekomstige bos gaan vormen. We hebben gekozen voor fladderiep, kleinbladige linde en esdoorn. Deze bomen beschikken over blad dat goed verteert en zo de bosbodem verbetert. Bovendien zorgt de variatie aan soorten voor meer biodiversiteit, oftewel, er komen meer soorten insecten en paddenstoelen en daardoor ook weer vogels en andere dieren. Nog een voordeel is dat het bos stabieler wordt met verschillende soorten en minder bevattelijk is voor ziekten en plagen.

Een goeie start
We hebben de bodem van de te planten plekken eerst losgewoeld met een machine. Dit zorgt voor een goed doorwortelbare groeiplek van de jonge boompjes. Ook gaat het planten hierdoor gemakkelijker. De jonge boompjes worden zonder boompaal geplant. Omdat we niet machinaal planten maar gewoon met mens en steekschop komen de bomen ook niet automatisch in rijtjes te staan. Dit geeft een veel natuurlijker gevoel aan het jonge bos.

Buitenfonds
Dankzij het Buitenfonds is het mogelijk dat bedrijven doneren voor het planten van nieuwe bomen. Voor het realiseren van toekomstbestendig bos met veel menging van boomsoorten zijn deze samenwerkingen heel welkom. Zo kunnen we nog beter werken aan een aantrekkelijk bos voor bezoekers en een gevarieerde leefomgeving voor plant en dier met bomen die hout leveren voor toekomstige generaties. Zie www.buitenfonds.nl

26 november zijn we samen met Vileda aan de slag gegaan. Op naar nieuw jong bos!

Groet Boswachter Jaël Bergwerff

Schijnheilig

Een zonnige ochtend in de herfst. Grondmist rust nog op de hei. Dampslierten trekken traag omhoog en lossen langzaam op: ‘witte wieven’ wijken voor de zon. Dauw blijft achter op het gras. De pluimen van het struisgras schitteren in het felle tegenlicht. In een spinnenweb flonkert nog een regenboog. Als je omkijkt glinstert een zilveren kring als een aureool rond de schaduw van je hoofd. Alleen om jouw hoofd, niet dat van mensen naast je. En hij beweegt met je mee.

‘Heiligenschijn’, zo heet de diffuse lichtvlek rond de schaduw van je hoofd. Je ziet het bij een laagstaande zon op een bedauwd grasveld. Vooral bij grassen met waterafstotende blaadjes, waarop de dauw blijft liggen als bolle druppeltjes. Zij werken als minuscule lensjes die het zonlicht van achter je hoofd terugkaatsen naar waar het vandaan komt, recht in je gezicht.

‘Heiligenschijn’ is een voorbeeld van het optische verschijnsel retroreflectie. Een retroreflector stuurt invallende straling terug in de richting waaruit zij kwam, onafhankelijk van de invalshoek. Retroreflectie wordt alom toegepast in wegenverf, verkeersborden, autonummerborden, fietsbanden, achterlichtjes, veiligheidskleding. Heel prozaïsch.

Maar op die zonnige ochtend in de herfst waan je je even heilig in je eigen heiligenschijn: schijnheilig.

Reageren: wim.braakhekke@renkumsbeekdal.nl

Nattigheid

Het regent in het beukenbos. Schuim druipt langzaam langs de stammen. Het verzamelt zich aan de voet van de boom, in een bedje met witte kiezeltjes. Je ziet dit ‘boomschuim’ vooral na een droge periode. De regen spoelt het vuil van de takken: moeder natuur doet de was.

Regenwater dat langs een boomstam stroomt, neemt op zijn weg van alles mee: fijnstof dat zich op de takken heeft verzameld, uitwerpselen van vogels en insecten, dode boomalgen, stoffen die uit de stam zijn gelekt. Er zijn ook zeepachtige stoffen bij waardoor het water kan schuimen. Als je goed kijkt zie je dat de schuimbelletjes ontstaan als de waterdruppels een eindje langs de stam vallen: bij het neerkomen wordt het schuim als het ware opgeklopt.

Die witte kiezelbedjes zie je vaak aan de voet van beuken. Beuken hebben schuin omhoogstaande takken en een gladde bast. Daardoor drupt het regenwater niet direct naar de grond, maar stroomt het aan de onderkant van de takken naar de stam en vandaar in smalle banen naar de bodem. Daar spoelt de stroom het fijne zand weg waardoor een kiezelbedje overblijft aan de voet van de boom.

Het afstromende water bevat ook veel zure stoffen. Daardoor zijn die kiezelbedjes de zuurste plekjes van de bosbodem. Van oorsprong is het zand geelachtig van kleur doordat er een dun laagje roestkleurig ijzer om de korrels zit. Die ijzerhuidjes lossen op als de bodem zuur wordt en dan komt de echte kleur van de korrels tevoorschijn. Zand bestaat overwegend uit kwarts en dat is wit. Vandaar dat de kiezelbedjes witter zijn dan het omringende zand.

De doorlopende waterbanen langs de stam zijn heel gunstig voor de beuk. Zij zorgen ervoor dat het regenwater dicht bij de stam terecht komt, zodat andere bomen er minder goed bij kunnen. Bovendien maken ze de boom minder gevoelig voor bliksemschade. De bliksem volgt namelijk de waterstroom aan de buitenkant van de stam, waardoor de schade beperkt blijft. Bomen met een grotere takhoek en een ruwe bast, zoals zomereik en acacia, hebben geen doorlopende waterbanen langs de stam. Bij zulke bomen volgt de bliksem de sapstroom in de stam; het sap verandert bliksemsnel in stoom en de stam ontploft. Dat beuken minder schade oplopen betekent achter niet dat ze minder vaak getroffen worden. Schuil dus bij onweer nooit onder een alleenstaande boom. Kies liever voor de nattigheid.

Reageren naar: wim.braakhekke@renkumsbeekdal.nl

Klimop

Hele volksstammen hebben hun schooljaren gesleten in een gebouw met ‘klimop’ aan de gevel: als naambord, als plant of beide. Dan zou je toch zeggen dat het wel een heel populaire plant moet zijn. Maar nee, er zijn veel mensen die hem vrezen.

Aan het laantje waar ik dagelijks loop staat een rij eiken met een prachtige pruik klimop in hun kruin. Een nieuwe bewoner heeft daar korte metten mee gemaakt. Op een noodlottige zaterdag heeft hij bij de eiken voor zijn huis alle klimop vermoord. Voor de zekerheid had hij een stuk uit de stam van de klimop gezaagd, je weet immers maar nooit …. Ter compensatie had hij één vogelhuisje ophangen. Aangesproken op zijn actie, bleek hij te denken dat hij een goede daad had verricht. De klimop zou immers de bomen ‘verstikken’.

Dit argument hoor je wel vaker, maar het slaat nergens op. Ja, klimop groeit langs de stam, maar een boom ademt niet door zijn stam, daar heeft hij zijn bladeren voor. Hoe zou klimop hem dan kunnen verstikken? Wurgen kan hij ook niet. Klimop hecht zich weliswaar aan de stam, maar omklemt hem niet. Klimop is ook geen parasiet, want hij is groen en maakt zijn eigen suikers met behulp van koolzuurgas en licht. Concurreren om licht doet hij niet want zijn blad bevindt zich binnen de kroon van de boom. Concurreren om water en voedingsstoffen kan hij wel, maar dat doen andere planten en struiken ook en dat is geen reden om ze te verwijderen. Het enige wat klimop te verwijten valt is dat hij het hele jaar door blad draagt en in de winter wind vangt, waardoor zwakke bomen kunnen omvallen. Maar bomen worden niet zwak door klimop. Gezonde bomen met klimop in hun kroon vallen niet om door een winterse storm.

Foto Kars Veling www.vlinderstichting.nl

Klimop is een ideale plant voor insecten en vogels. Hij bloeit van september tot december, als nergens anders meer honing en stuifmeel te vinden is. Hij bloeit echter alleen als hij kan klimmen en niet wordt gesnoeid. Op een zonnige herfstdag worden de bloemen massaal bezocht door bijen, vliegen en vlinders, zoals atalanta, dagpauwoog, kleine vos, gehakkelde aurelia. De bessen worden graag gegeten door merels, spreeuwen en houtduiven. Ze zijn rijp in de winter en het voorjaar, wanneer ander voedsel schaars is. Omdat klimop blijvend groen is, biedt hij het hele jaar door schuil- en slaapgelegenheid voor vlinders, vogels, vleermuizen en eekhoorns. Merel, heggenmus, winterkoning en grauwe vliegenvanger nestelen graag in klimop. En hij haalt ook nog eens fijnstof uit de lucht. Wie zijn tuin diervriendelijk wil maken plant klimop en laat hem klimmen. Ik geniet ieder najaar van het gezoem van de vele insecten en iedere winter van foeragerende vogels.

De kleurige herfst

Nu er een paar buien zijn gevallen schieten ze uit de grond; paddenstoelen. De eerste herfst tekenen kondigen zich alweer aan. Met een beetje vochtigheid beginnen er alweer overal paddenstoelen te groeien. Er zijn echter ook paddenstoelen, zoals de tonderzwam, die je het hele jaar kunt zien. Deze houtige paddenstoel zit op dode beukenstammen en werd vroeger ook wel gebruikt om een gloeiend kooltje in te vervoeren.
In het bos zie ik een gele klodder onderaan de stam van een boom op het mos zitten. De felgele kleur trekt echt de aandacht. Van dichtbij zie je hele kleine steeltjes. Dit is heksenboter, ook een paddenstoel. Mensen konden die gele klodders in het bos niet verklaren, dus het moest wel heksenwerk zijn. Grappig hoe paddenstoelen in vele verschijningsvormen voorkomen.
Even later kom ik het oranje koraalzwammetje tegen. Ook dit kleine paddenstoeltje valt op door zijn mooie oranje kleur. In elegante sprieten steekt het organisme omhoog. Het is inderdaad net een stukje koraal.

 

Heel anders weer dan de zwavelkopjes die een stukje verderop staan. In een groepje bij elkaar staan deze kleine geelbruine paddenstoeltjes met een dikke steel en een hoedje in het bos.

Als je er op let valt er zoveel prachtigs te zien in de herfst. Veel van de paddenstoelen zijn maar tijdelijk, maar juist daarom geniet ik er extra veel van! Lekker naar buiten dus en ga die paddenstoelen beleven!

Groet, boswachter Jaël Bergwerff, Staatsbosbeheer

He lekker, het regen(de) weer!

Had je verwacht nog eens blij te zijn met regenbuien? Met die warme dagen kan je het bijna niet meer voorstellen dat we ook nog wel eens regen hebben. Een paar jaar geleden was ik nog verontwaardigd wanneer de hoeveelheid regen de paden weer blubberig maakte. Er waren verschillende lichtjeswandelingen die glibberend door de blubber gelopen werden. Het hoort er natuurlijk bij in de natuur, maar soms wil je ook gewoon kunnen wandelen zonder je regenlaarzen.

Op plekken waar veel bezoekers komen heb ik dan ook een aantal maatregelen genomen om te zorgen dat er minder water op het pad blijft staan en de paden dus langer droog blijven. Er zijn heuveltjes gemaakt om het water een kant op te geleiden en kuilen om overtollig water in op te vangen. Het wandelgebied bij het informatiecentrum in Renkum is afgelopen voorjaar afgerond. Dan wil je natuurlijk ook zien of het allemaal werkt zoals je het bedacht hebt. Maar nee, we kregen een warm en droog voorjaar die naadloos overging in weer een droge zomer. Die enkele bui deed niks voor de natuur, en zeker niet voor de paden.

Half augustus regende het weer meer. De temperatuur was nog steeds rond de 20 graden, dus de buien waren lekker verfrissend. En het regende ook meer door, dus de grond kon weer voltrekken met water. Alles is groen, behalve de heide dan want die staat juist paars te bloeien. Die heeft dus ook niet te veel te lijden gehad van de droge zomers. De natuur is sterker dan je denkt.

Met de regen ontstaan kleine stroompjes, en waar ze eerder het pad uitsleten worden ze nu door kleine heuveltjes afgebogen naar de zijkant van het pad, zo een watergat of het bos in. Nu konden we de effecten van de maatregelen zien! Van mij mag er meer regen komen, de plantjes en dieren zijn dorstig, de paden zijn in orde en wij doen onze regenjassen en laarzen wel aan!

Sporen van wild

Geknakte takjes, de bast van het boompje beschadigd en op de grond bij het jonge boompje is het blad weg geschraapt. In het bos bij Wolfheze kom ik het tegen bij een jonge taxusboom. Wat is dit voor een vandalisme? Nouja, eigenlijk is dit toegestane vandalisme, ook al is de bosbeheerder er niet altijd blij mee dat dieren jonge bomen beschadigen of op eten. Ik heb het spoor van een reebok gevonden. En dan bedoel ik niet het spoor van zijn pootafdrukken.

Er zijn allerlei soorten sporen te bedenken. Naast pootafdrukken, ook wel prenten genoemd, zijn er ook vraatsporen, krab- en veeg sporen, keutels, veren, haren, eigenlijk alles waaraan je kan zien dat er iemand is geweest zijn sporen. Als je weet waar je op moet letten zie je ze overal. Dan besef je ineens dat het wemelt van leven, ook al zie je de dieren zelf niet.

Kijken naar sporen is net een soort detective spelen. Je kan van alles te weten komen over het dier dat ze achter gelaten heeft. Hoe groot het is bijvoorbeeld, wat het graag eet, waar hij slaapt of hoe hij een zaadje uit een dennenappel weet te peuteren. En als je ergens vaak sporen van een bepaald dier ziet heb je ook de kans dat je het dier zelf een keer ziet. Je weet immers al dat het er zit.

Wat later vind ik een plek met een heleboel veren. Aan de veren zie ik dat het een duif is geweest. Hij heeft hier duidelijk het leven gelaten want er ligt een stuk van een vleugel en een pootje. Alle veren zijn rafelig bij de pen waar de veer normaal aan de huid vast zit. Iemand had honger. Wie is de dader van deze moord?

Wil je meer weten over sporen en sporen zoeken? Boek dan nu een excursie speuren naar sporen in de Buunderkamp via www.staatsbosbeheer.nl/sporenbuunderkamp en ga op pad met de natuurgids van Staatsbosbeheer. 3 en 17 augustus is de excursie voor volwassenen om 18.00 uur en speciaal voor kinderen vanaf 6 jaar is er op vrijdag 16 augustus een kinderexcursie sporen zoeken om 14.00 uur. Kinderen moeten begeleid worden door een volwassene. De prijs is € 12,50 voor volwassenen en € 10,00 voor kinderen inclusief iets te drinken.

Eiken-processie rups of de Eiken-polonaise rups?

Wellicht heeft u het al gehoord en of gezien, dat op dit moment de eikenprocessierups volop aanwezig is. De eitjes zijn massaal uitgekomen en alle rupsen trekken nu rond op de eiken. De eikenprocessierups is de rups van een nachtvlinder en wordt ook wel met een moeilijke wetenschappelijke naam de ‘Thaumethopea processionea’ genoemd. In de maanden mei, juni en juli kunnen de behaarde rupsen aangetroffen worden op de eikenbomen die ze helemaal kaal kunnen eten.

Eten
Vanochtend keek ik met mijn collega boswachter naar een aantal eiken waarop de rupsen te vinden waren. ‘Nou daar komen ze aan zei ik nog’, Als een polonaise over de stam kwamen de rups aangekropen. Terug van hun nachtelijke eetavonturen wat ze groepsgewijs doen. In de nacht vreten ze zich vol met verse eikenblaadjes, waarna ze huiswaarts keren in hun ‘haard’. Eenmaal in hun haard is het lekker uitrusten, en vervellen ze daar zes keer tot ze gaan ontpoppen.

Haarden
De haarden waar de rupsen in leven hebben vaak de grote van een handbal, maar er zijn ook haarden tot wel anderhalf meter groot gesignaleerd. Dat kan dus behoorlijk groot worden. De haarden bestaan uit de spinsels van brandharen, vervellingshuiden en de uitwerpselen van de rups.

Brandharen
Na de derde keer vervellen ontwikkelen de rupsen de brandharen die tot enorme akelige overlast kunnen zorgen bij de mens. Huiduitslag en jeuk zijn de meest voorkomende gevolgen na aanraking met de brandharen. Je hoeft er niet voor eens mee in directe aanrekening te zijn geweest met de rupsen zelf. De rupsen laten de haren namelijk los en is het mogelijk dat die haren alle kanten op kunnen waaien. Zelfs uit lege haarden doen zich altijd nog brandharen voor. Dus wees opgepast.

Nachtvlinder
In juli verpoppen de rupsen zich tot de uiteindelijke levensstadia als onopvallende bruingrijze nachtvlinder. In de periode van september tot april zetten de vlinders weer eitjes af in de toppen van de eikenbomen waarna de hele cyclus weer opnieuw begint.

Bestrijding
Staatsbosbeheer doet in eerste instantie niets aan bestrijding en laat daarin de natuur haar gang gaan. De rupsen zijn namelijk een lekkernij voor verschillende soorten vogels als koolmezen.

Wanneer gevaar kan ontstaan voor de bevolkginsgezondheid, te denken aan wandel- en fietspaden kan er acties worden ondernomen door paden af te sluiten, gebruikers van het gebied te waarschuwen en uiteindelijk zelfs de rupsen te bestrijden. Dit bestrijden gebeurd onder andere op campings die Staatsbosbeheer beheert. Een gespecialiseerd bedrijf zal door middel van soort stofzuiger de haarden met rupsen verwijderen.

Toch in aanraking gekomen met de brandharen?
Wanneer je in aanraking bent gekomen met de brandharen en er last van ondervind in jeuk, irritatie van ogen en luchtwegen, uitslag of zelfs nog erger kan jet het volgende doen:
• Probeer niet te krabben of wrijven waar de irritatie is;
• Probeer de brandharen te verwijderen met plakband;
• Spoel de huid schoon met lauw water.
• Doe de kleren uit en was de kleding op minstens 60˚C.
Wordt je benauwd, ontstaat er een dikke tong, lippen of oogleden dan is belangrijk om 112 te bellen.

Groet Jody Bennink, leerling Boswachter Staatsbosbeheer