Vragen

Maart 2017 – ‘Waarom is een bos een bos?’ Een wandelaar wordt op zijn weg wel eens bevangen door een filosofische bui. En dan kan zo’n existentiële vraag hem een eind weegs vergezellen. Tot een nuchtere metgezel hem bevrijdt uit zijn gemijmer door schouderophalend de vraag om te keren: ‘Waarom niet?’

Zo simpel kan het zijn: een bos is een bos als er geen reden is waarom het geen bos zou zijn. Dit lijkt een gemakzuchtig antwoord, maar dat is het niet, want het leidt naar nieuwe vragen en antwoorden. Wat zijn oorzaken voor het ontbreken van bomen? Wat zijn voorwaarden voor het ontstaan van bos?
Oorzaken voor het ontbreken van bomen zijn er genoeg. Ze werken als een reeks ‘soortenzeven’ met verschillende maaswijdten, die elk een deel van de soorten tegenhouden. Een bepaalde plaats kan onbereikbaar zijn voor boomzaden, of de zaden kunnen er niet kiemen, of de kiemplanten worden opgegeten, of de omstandigheden zijn te slecht voor de groei en voorplanting. Bos is alleen maar bos wanneer een of meer boomsoorten alle zeven konden passeren.
En wat zijn dan de voorwaarden voor het ontstaan van bos? Hoe ontstaat bos? Begin in gedachten met een kale bodem waarop eencellige algjes groeien. Na een tijdje zijn het er zoveel dat ze elkaar overgroeien en de toegang tot bodem of licht ontnemen. Vanaf dat moment zijn meercellige algen in het voordeel, omdat ze boven de eencelligen uit groeien en toch toegang tot bodem en licht houden. Als de groei doorzet verliezen meercellige algen het van hogere planten met hun stevige stengel en wortels die in de bodem doordringen. Bij ongehinderde groei winnen uiteindelijk de bomen met hun hoge stam en diepe wortels. Successie heet dat.
Zo ontstaat dus altijd bos, zou je zo zeggen. Niet dus. Planten verliezen jaarlijks veel materiaal: bladeren, takjes, wortels. En hoe groter ze zijn, hoe meer ze verliezen. Maar hun groei wordt beperkt door voedingsstoffen, water en licht, en de beschikbaarheid daarvan blijft ongeveer gelijk. De ontwikkeling van de vegetatie stopt zodra de verliezen in balans zijn met de groei. Bij trage groei (voedselarme, droge bodem) en grote verliezen (begrazing, verstoring) stopt de successie al voordat er bomen komen. Voorbeelden genoeg: denk maar aan duinen en heide, maar ook aan weilanden en akkers.
Voorwaarde voor het ontstaan van bos is dus een langdurig positieve biomassabalans. En zo is de wandelaar al filosoferend toch een eindje opgeschoten.

Reageren: naar info@renkumsbeekdal.nl t.a.v. Wim Braakhekke

Auteur: Wim Braakhekke

Wim Braakhekke is natuurgids en sinds juni 2017 ook bestuurslid van Stichting Renkums Beekdal.