Bijzondere planten op het voormalig industrieterrein De Beukenlaan

Gisteravond, 29 juni, hebben we (vrijwilligers van Floron, Floristisch Onderzoek Nederland) de flora van dit nieuwe natuurgebied onder de loep genomen, in de stromende regen. Niet voor het eerst natuurlijk, twee jaar geleden is er ook al een uitgebreide inventarisatie geweest. Het terrein is nog sterk in ontwikkeling. Elk jaar kom je er weer nieuwe soorten tegen, dus een nieuwe inventarisatie was geen overbodige luxe. Gisteren hebben we 172 plantensoorten gevonden. Niet alle soorten bloeien op elk moment, dus we zullen er enkele gemist hebben Waarschijnlijk staan er zo’n 200 in het terrein, een tamelijk hoog aantal voor zo’n klein gebied. De grootste bijzonderheden zijn hier echter niet spontaan gekomen, maar uitgezaaid. Het gaat om zeldzaamheden als Blauwe knoop, Geelhartje en Blonde zegge. Andere soorten hebben het terrein bereikt door letterlijk (met hun zaden) de beek af te zwemmen. Of ze zijn via de lucht gekomen, of met dieren of maaimachines meegelift. Dit zijn bijvoorbeeld Veldrus, Grote ratelaar, Fraai duizendguldenkruid en Rietorchis. Van Kamgras, Waterkruiskruid, Blauwe zegge, Zeegroene zegge en Geelgroene zegge weten we niet hoe ze het gebied bereikt hebben: spontaan of door de mens geholpen.
Het feit dat deze bijzondere soorten hebben kunnen kiemen, geeft aan dat het milieu geschikter aan het worden is: vochtiger en minder voedselrijk dan voorheen. Ik had zelf voorspeld dat het langer zou duren voordat dit zo zou zijn: de eerste tekenen waren niet bijzonder positief: de planten die we twee jaar geleden vonden waren bijna allemaal kenmerkend voor een voedselrijke bodem. Waarschijnlijk heeft het verschralingsbeheer (maaien en afvoeren) er toe geleid dat de bodem voedselarmer werd. Ook het water zal de nodige voedingsstoffen weggespoeld hebben. Over de toekomst ben ik niet zo zeker. Het milieu is kennelijk geschikt voor de kieming van deze soorten, maar is het milieu ook goed genoeg om populaties duurzaam in stand te houden?
In het Beukenlaanterrein heeft men in de afgelopen jaren meerdere pogingen gedaan om soorten te introduceren, door te zaaien, door maaisel op te brengen uit een ver afgelegen natuurgebied en door kleibommen het terrein in te schieten met daarin zaden van bijzondere soorten. Ik ben daar niet zo enthousiast over, en met mij veel anderen. Ik zie liever een spontane natuur, waarbij soorten langs natuurlijke weg een gebied bereiken. Het kan dan wel eens lang duren voordat bijzondere soorten arriveren, maar we mogen soms ook best wel eens wat meer geduld hebben.
Tot slot licht ik een plant uit, die erg in het oog springt in het Beukenlaanterrein, en die je vanaf de Hartense weg kunt zien: de Gele maskerbloem (zie foto) met zijn merkwaardige grote bloem. Dit is geen inheemse soort, maar een plant die oorspronkelijk alleen voorkwam in Noord Amerika. Al in de negentiende eeuw is de Gele maskerbloem in Nederland gevonden, maar pas in de laatste jaren wordt de plant wat algemener. Ik ken echter geen plek waar deze zo talrijk is als hier in het Beukenlaanterrein in het Renkums Beekdal. Het is niet bekend hoe de Gele maskerbloem hier terechtgekomen is. Een jaar of tien geleden vond ik de plant al, dus een paar jaar vóórdat het terrein afgegraven werd. Maar in de afgelopen twee jaar heeft de soort zich sterk uitgebreid. Gele maskerbloem is een plant die voorkomt op vochtige, vrij voedselrijke plekken. Je kunt lang discussiëren over de wenselijkheid van dergelijke uitheemse soorten in onze natuurgebieden. Je kunt onderscheid maken tussen een soort als de Japanse duizendknoop, die inheemse planten wegconcurreert, en een soort als de Gele maskerbloem, waarvoor dit veel minder geldt. De Japanse duizendknoop komt ook voor in het beekdal: aan de andere kant van de Hartense weg bevinden zich twee grote groepen, en dit jaar is de sprong gemaakt naar het Beukenlaanterrein. Deze soort is extreem lastig te bestrijden, vanwege diepe wortelstokken waaruit de plant telkens weer opnieuw opslaat als je hem bovengronds hebt verwijderd. De Gele maskerbloem ben je relatief eenvoudig kwijt als je zou willen. Wat mij betreft mag ie blijven, maar ik wil wel in de gaten houden of er geen waardevolle inheemse soorten door deze plant in verdrukking komen.
P.S. Mijn blogs verschijnen momenteel wat minder frequent. Als veldbioloog is het in deze maanden topdrukte, ik ben vrijwel continu in het veld. Later dit jaar kom ik terug met meer verhalen over dit prachtige gebied.

Hans Inberg

Auteur: Hans Inberg

Hans Inberg is een gepassioneerde natuurliefhebber en schrijft met name over flora zijn blogs voor Stichting Renkums Beekdal.