Paardenbloemen

– Een paardenbloem laat zijn tanden zien –

Ieder voorjaar kleuren ze de weilanden geel, met hun bloeiwijzen vol lintbloemen, op sappige holle stengels. Ieder kind blaast wel eens de parachuutjes van hun ‘blaasbloemen’ en kent de kale bloemhoofdjes die achterblijven als de zaden zijn gevlogen. Maar veel soortenjagers halen hun neus voor op voor de paardenbloem: een gewone soort, daar is geen eer aan te behalen, toch?

Dat valt nog te bezien, want alleen al in ons land komen wel 250 mini-soorten van de paardenbloem voor. Er zijn maar weinig kenners die ze kunnen onderscheiden. Hoeveel eer wil je nog meer? En ook voor de ongeleerde liefhebber valt er veel te leren van een simpele paardenbloem. Hebt u wel eens goed naar zijn bladeren gekeken?

Volgens de flora hebben paardenbloemen lijnlancetvormige bladeren, variërend van vrijwel gaafrandig tot diep getand. Je zou zweren dat aan weerszijden van de lange middennerf grote happen uit het blad zijn gescheurd, waardoor evenzoveel spits-driehoekige bladslippen zijn blijven staan, als tanden op de kaken van een roofdier. Niet voor niets heet hij ‘Löwenzahn’ in het Duits en in het Engels ‘Dandelion’ (wat een verbastering is van het Franse ‘dent-de-lion’). Het Latijnse ‘Leontodon’ en het Nederlandse ‘Leeuwentand’ zijn vergeven aan een kleinere verwant. Bij ons moet hij het doen met zijn minder krijgshaftige naam, die aangeeft dat paarden dol op hem zijn.

De paardenbloem is een rozetplant, een groeivorm die prima past bij lage vegetaties, waar vaak wordt gegraasd of gemaaid. Het groeipunt vanwaaruit de bladeren ontstaan ligt buiten bereik van koeienbekken en maaibalken. Voordeel van een rozet is ook dat de bladeren van meet af aan veel licht kunnen opvangen. In het vroege voorjaar, liggen ze plat op de grond, breeduit in het volle licht. Zij onderdrukken zodoende bovendien andere planten die onder hen opkomen.

Naarmate de omringende vegetatie hoger wordt vormt hij bladeren die meer rechtop staan. Dat is een reactie op de toename van groen blad in zijn omgeving. Handig in een grasland, met buren die je kunt bijhouden in de wedloop naar het licht, maar zinloos in een bos.

Nadeel van een rozet is dat de bladeren minder hoog kunnen komen dan de bladeren van planten met een stevige stengel. Bovendien kunnen de rechtopstaande bladeren van een rozet het licht minder effectief benutten dan bladeren die langs een stengel staan en zich met hun bladsteel naar het licht toe kunnen draaien. Maar daar heeft de paardenbloem wat op gevonden. Doordat zijn bladeren diep zijn ingesneden kan hij zijn driehoekige bladslippen draaien ten opzichte van de middennerf en meer naar het licht toe wenden. Kijk maar eens goed: als de buren opdringen laat de paardenbloem zijn tanden zien. Wie had dat gedacht van zo’n gewone plant?

Reageren: wim.braakhekke@renkumsbeekdal.nl

Foto Wim Braakhekke

Auteur: Wim Braakhekke

Wim Braakhekke is natuurgids en sinds juni 2017 ook bestuurslid van Stichting Renkums Beekdal.