Ga naar de inhoud
De natuur van het Renkums Beekdal

De natuur van het Renkums Beekdal

Welkom in dit schitterende natuurgebied

  • KNNV
  • Gebieden
    • Beboste hellingen
    • Beekdal
    • De Grunsfoortweide
    • De opgeleide beken, plasjes en vijvers
    • Papierweide
  • Flora
    • Bomen & Struiken
    • Cultuurhistorisch groen
    • Korstmossen
    • Mossen
    • Paddenstoelen
    • Vaatplanten
  • Fauna
    • Amfibieën, Reptielen en Vissen
    • Broedvogels
    • Gallen en Bladmineerders
    • Insecten
    • Kevers
    • Libellen
    • Nachtvlinders
    • Slakken
    • Sprinkhanen
    • Vleermuizen
    • Vlinders
    • Zoetwatermollusken
    • Zoogdieren
  • Geschiedenis
  • Colofon
  • Blogs over de natuur
    • Ontwikkelingen
    • Flora
    • Fauna
      • Zoogdieren
  • Terug naar renkumsbeekdal.nl
  • Facebook
  • Instagram

Categorie: Blog Lies van Leeuwen

Lies van Leeuwe is natuurgids van Stichting Renkums Beekdal en een grote vogelliefhebber. Zij schrijft leuke blogs over vogels.

Dat wist ik niet van de blauwe reiger

Dat wist ik niet van de blauwe reiger

Maart. Volgelopen uiterwaarden. Bomen en struiken half in het water. De Rijn profiteert van de smeltende sneeuw uit de Alpen.
Er staan veel reigers langs de kant, turend naar een geschikte prooi. Ook in de lucht volop actie. Waardoor? Wat is er gaande? Gelukkig heb ik de kijker bij de hand.

In de kruin van een meidoornhaag zie ik zwarte bewegende bolletjes: muisjes… en masse op de vlucht voor het opkomende water…  Ze klimmen in groten getale naar een droge plek om zichzelf te redden. Tegen die sterke stroming zijn ze niet opgewassen.
Daar komt een reiger met rustige en grote slagen aanvliegen. Kijkt goed … pikt zijn slachtoffer zo uit de top van de struik. Omklemt hem met zijn grote snavel.
Letterlijk voor het opscheppen.

De reiger vliegt meteen door, de vleugels sterk gebogen en … verliest zijn prooi …
Muizen, degelijke zwemmers … denk ik opgelucht. Ze houden er niet van, maar doen er alles aan om op het droge te komen.

Een eindje verderop landt de reiger behoedzaam.  Loopt nog een paar voorzichtige stappen. Staat dan met opgetrokken schouders verweesd om zich heen te turen. De snavel steekt doelloos naar voren. Een beetje klunzig. Zich voorbereidend op een nieuwe aanval….

Tja, wie kent hem niet, de blauwe reiger.
Die eenzame visser die uren staat te wachten op een geschikte prooi. Schrijdend door ondiep water, met zijn kuifje puntig in de wind. Zijn romp ietwat heen en weer wiebelend.
Geduldig, peinzend. Zijn lange hals S-vormig ingetrokken. Gespannen loerend.
En dan… als een pijl uit een boog schiet hij vooruit. Kikkers, muizen, mollen, vissen, vogels. Niet kritisch wat zijn kost betreft.

De reiger broedt bij voorkeur in een groep en nestelt in bomen. Samen sterk. Wanneer ze solitair broeden is dat meestal op een eilandje, water rondom, een veilig gevoel. ’s Winters zoeken ze open water en bij strenge vorst trekken ze naar het zuiden.
Inmiddels zien we ook veel grote zilverreigers. Deze is niet meer weg te denken uit ons landschap. Ook in het Renkums Beekdal zie je ze regelmatig.

En ja hoor… daar gaat ie: even door de knieën, een kleine afzet en een paar stevige vleugelslagen, de reiger verdwijnt op weg naar een volgende prooi.

Altijd boeiend, de natuur. Het gebeurt gewoon voor je ogen.

@ 2019 Lies van Leeuwen – Renkum

Share on Facebook Share
Share on TwitterTweet
Share on Pinterest Share
Share on LinkedIn Share
Send email Mail
Print Print
Auteur Lies van LeeuwenGeplaatst op 27 februari 201916 april 2019Categorieën Blog Lies van Leeuwen

Bosuil bij daglicht

Bosuil bij daglicht

“Zit de bosuil er nog?” vraagt een voorbijganger me in het Renkums Beekdal.

“Ik heb ‘m nog niet ontdekt…”.

Met een duidelijke reisbeschrijving ga ik op pad. “Vanaf de beek, voorlaatste boom links, halverwege roestend tegen de stam”. Daar moet hij zitten, altijd op dezelfde plaats. Maar hoe goed ik ook mijn best doe, wéér zie ik hem niet. Net zoals al die andere keren.

De man kijkt nog eens goed. Komt naast me staan, brengt zijn rechterarm op mijn ooghoogte en wijst me de roestplaats.

“Daar, tegen de stam aan, in de oksel van die tak….”

Ik volg met mijn ogen.

“Wow… wat een schutkleuren. Niet van de boom te onderscheiden”, fluister ik.

Voorzichtig zoekt mijn hand de verrekijker. Al snel heb ik de bosuil in het vizier. Doodstil doen we allebei of we er niet zijn… Ik wacht op een initiatief van zijn kant. En die komt… hij knipoogt. Maar daar blijft het niet bij. Hij opent beide ogen en kijkt me aan.

Ik zie een sprankje verachting. Voel me bekeken. Hij blijft me aankijken. De verachting verandert in peinzen en verwondering. Het maakt hem niet uit dat ik daar sta te kijken…

Oogcontact met vogels komt zelden voor. Meestal bekijken ze je alleen om te bepalen of jij gevaar betekent. Gaan dan direct op de wieken. Maar uilen kijken je recht in de ogen. Met hun ogen kunnen ze allerlei menselijks uitdrukken. Behalve angst… Ze bekijken je doordringend, onbeweeglijk, alsof ze denken. Bekijken jou zoals je hen bekijkt.

Zonder verrekijker, die hebben zij niet nodig. Ze zien met het blote oog heel scherp. Nodig om in de nacht hun prooi te ontdekken.

Overdag belagen andere vogels hen soms met veel kabaal. Voor de oplettende vogelliefhebber kan dat verwijzen naar een roestplek.

Uilen staan bekend als mysterieuze en wijze vogels. Deze nachtdieren vliegen geruisloos door de duisternis. Hun unieke vleugels hebben speciale veren waarmee ze in het holst van de nacht de muizen niet afschrikken. In stilte bewegend, terwijl de wereld om hen heen steeds luidruchtiger wordt.

Hun roep klinkt in de duisternis mysterieus en klaaglijk. Van hun hoge “Hoe…hoe-hoe-hoe-hoeeee…”, krijg ik steeds weer kippenvel. Het vrouwtje reageert luid “Kewleck!”

Overdag verstoppen ze zich goed gecamoufleerd op steeds dezelfde roestplaats om te slapen. Vaak in holtes van afgebroken takken.

Mijn bosuil rekt zich nog eens uit. Beweegt zijn kop van links naar rechts en duikt in elkaar. Ik laat mijn kijker weer zakken. Puur genieten!

En…wie heeft er nu eigenlijk naar wie gekeken…?

© 2018 Lies van Leeuwen – Renkum
Foto bosuil: Bas Peters

Share on Facebook Share
Share on TwitterTweet
Share on Pinterest Share
Share on LinkedIn Share
Send email Mail
Print Print
Auteur Lies van LeeuwenGeplaatst op 30 oktober 20187 februari 2019Categorieën Blog Lies van Leeuwen, Vogels

Buizerd op jacht

Buizerd op jacht

Buizerd, Foto: Bas Peters, Renkum

Een vroege morgen.
Mijmerend op een bankje in het beekdal.
Ik zit maar wat, nergens op bedacht.
Vreemd dat alle vogels zwijgen. Verborgen in bomen denk ik.
Aha…
Hoog in de lucht gemiauw van een buizerd… Langzaam cirkelend.
Hij glijdt, kijkt… komt steeds dichterbij.
Met gestrekte klauwen ploft hij midden in het moeras.
Doodse stilte…
En dan… met grote wiekslagen komt hij omhoog.
Een grote prooi in zijn klauwen.
Hij komt recht op me af…
Ik schrik en buk om een regelrechte botsing te voorkomen.
Drie meter voor me draait hij naar rechts. Landt halverwege in een boom.
Door het bladerdek bespied ik hem.
“Niet te geloven”, zeg ik tegen mezelf.

Zo te zien is het een jonge ringslang… Een volwassene zou veel te zwaar zijn…
Met de klauwen dood geknepen. De prooi tegen de grond drukkend met zijn poten.

Ik ken buizerds als luie jagers. Ze eten wat voorhanden is.
Met voorkeur voor muizen, jonge konijnen, kleine vogels. Vaak zie je ze langs wegen, rustig wachtend op een aangereden prooi. Vaak zittend op een paaltje of ander uitzichtpunt. Met scherpe ogen de omgeving afspeurend. Alert.

En dan… jagen… laag boven de grond.
Soms beweegt hij onbeholpen over de grond. Hoppend achter trage dieren als kevers, wormen en slakken. Op warme dagen hoog in de lucht, waar hij in cirkels zweeft op de opstijgende warme lucht. Regelmatig in groepen. Biddend.

Snel op de wieken bij benadering.
Ongewenste indringers verjagend door een -luid klagende- en hoog miauwende roep.

Een echte roofvogel. Afhankelijk van andere dieren en kadavers.
De dood van het ene dier, betekent het (over)leven voor een ander, zegt mijn verstand.
Een schakel in een ingenieuze voedselketen. Fascinerend én weerzinwekkend.
De onvermijdelijke cyclus van leven en dood.
In de vrije natuur weet je niet of je je minder dan een uur van de dood bevindt…

Eigenlijk heb ik het niet zo op het verslinden van kleine onschuldige dieren door zo’n onbeholpen en logge buizerd. Maar als ik mijn wandelschoenen aantrek en de buizerd hoog in de lucht hoor miauwen, voel ik me opgetogen en uitgenodigd het bos in te trekken.
Een dubbele moraal, ik weet het.

© 2018 Lies van Leeuwen – Renkum; reageren kan naar info@renkumsbeekdal.nl t.a.v. Lies van Leeuwen

Share on Facebook Share
Share on TwitterTweet
Share on Pinterest Share
Share on LinkedIn Share
Send email Mail
Print Print
Auteur Lies van LeeuwenGeplaatst op 24 juni 201824 juni 2018Categorieën Blog Lies van Leeuwen, Fauna, VogelsTags buizerd, renkum, vogels

Roodborstje

Roodborstje

Bron foto: Vogelbescherming

Roodborstje zit op een tak, twee meter bij mij vandaan.
Ik op het “Frankenbankje”.
Beiden met uitzicht op de Paradijsbeek….

Het laat zich horen, steeds luider.
Trekt zo mijn aandacht dat ik stop met schrijven.
Een parelende zang. Fragiel en ijl. Klaterend gekweel… eerst aarzelend, dan fier.
Alsof het wil zeggen: zie je me nu eindelijk?
Ik kijk het aan, groet, en ga door met schrijven…

Even later landt het roodborstje naast me op de bank.
Vriendelijk kijkt het me aan, met die slimme, zwarte kraalogen.

De egaal oranje kop en borst kan ik goed zien, evenals het fijne snaveltje en de ranke pootjes. Een innemende verschijning. Beslist niet schuw.

Ik dwing mezelf stil te blijven zitten.
Een paar centimeter hupt het in mijn richting.
Oh, de partner komt er ook nog bij…
Voorzichtig huppen ze samen naar me toe. Borst fier vooruit. Trots.
Bijna aaibaar, maar dat lijkt maar zo. Eerder nieuwsgierig. Bedachtzaam verplaatsen ze zich, hun kop met enige regelmaat achterover gooiend.
Bijzonder: alleen tijdens het broedseizoen zie je ze met soortgenoten. Dan verdedigen ze samen hun territorium.

Het lijkt dat ze me iets willen zeggen… maar wat?
Zit ik in hun territorium? Vorm ik een gevaar? Of vinden ze me leuk?
Als wij vogels ooit kunnen verstaan, wat komen we dan allemaal te weten over ons soort, de mens?
Roodborstjes houden zich graag op in de buurt van mensen. Hun nieuwsgierige gedrag maakt hen een van de meest geliefde en bekende zangvogels.

In de winter komen ze bedelen in de bebouwde kom. Wanneer er sneeuw ligt en ze moeilijk voedsel kunnen vinden. Als eerste aanwezig op de voedertafel, of rondscharrelend op de grond. Altijd op hun hoede.

Buiten het broedseizoen leven ze in hun eigen territorium, als echte individualisten.
Dulden geen soortgenoten in hun buurt. Anderen jagen ze resoluut weg, fel en agressief.
Om hun aanwezigheid duidelijk te maken, zingen ze het hele jaar door luid.
Heel bijzonder, dat ijle geluid midden in de winter. Een verwijzing naar de lente…

Altijd gedacht dat het standvogels zijn, die alle seizoenen in hun territorium verblijven.
Nu blijken “de onzen” in de herfst naar het zuiden te trekken. Hun soortgenoten uit het noorden overwinteren hier. Zo zien we roodborsten het hele jaar door. Maar wel steeds andere…

Waar ze ook vandaan komen: door een kleine beweging verdwijnen ze in de bosjes, die
vertederende vogeltjes.

©2018 Lies van Leeuwen – Renkum
Reacties kunt u sturen naar info@renkumsbeekdal.nl t.a.v. Lies van Leeuwen.

Share on Facebook Share
Share on TwitterTweet
Share on Pinterest Share
Share on LinkedIn Share
Send email Mail
Print Print
Auteur Lies van LeeuwenGeplaatst op 26 april 201828 april 2018Categorieën Blog Lies van Leeuwen, VogelsTags roodborstje, vogels

IJsvogel

IJsvogel

Opgeschrikt door een hoog fluitende roep. Ik spits mijn oren. Heb ik het goed gehoord? Een ijsvogel? De balts in aantocht. Nogmaals “tie-tie” scherp en hard. Boven de beek in het Renkums Beekdal zie ik met hoge snelheid een blauwe flits voorbij schieten. Het is de ijsvogel. Ik verschans me achter een dikke eik. Met verhoogde hartslag en verrekijker speur ik de beek af.

Hij zit op een tak dwars over de beek. Met een vis in zijn snavel. Een vrouwtje komt naast hem zitten. Een paartje! Het vrouwtje krijgt de vis. Verrast. Zie ik dit goed? Ik sta muisstil. Bij elke beweging kunnen ze opvliegen.

Je ziet ze vaak alleen in een flits voorbij vliegen. Tijdens de balts is dat blijkbaar anders. Ze zijn druk met elkaar en hebben geen notie van mijn aanwezigheid. Luid roepend vliegen ze achter elkaar aan. Steeds terugkerend op die ene tak.

Ze zijn elkaar aan het versieren. Net als verliefde mensen. Ik voel me een voyeur achter die dikke eik. Dat ze elkaar een visje gunnen, zie je wel vaker in deze periode. Ineens neemt er één vanaf de tak een duikvlucht, als een pijl recht naar beneden.
…Plons…
Met een vis in z’n snavel keert de ijsvogel weer terug op de tak. Deze keer is de vis voor hemzelf. Ze zitten vaak op een tak die boven het water hangt, spiedend naar vissen en insecten. De tak als uitkijkpost en om te baltsen.

Nu snap ik waarom de ijsvogel wel de mooiste broedvogel van ons land genoemd wordt. Met hun blauwe rug en oranje blauwe borst doen ze nogal exotisch aan. Tegelijkertijd zijn ze met deze mooie kleuren heel kwetsbaar. Maar goed dat ze niet zo gemakkelijk te ontdekken zijn. IJsvogels leven in rustige gebieden, verborgen in bomen en langs stromend water. Ze vliegen vlak boven het water met de bochten mee. De schelle hoge roep verraad hun aanwezigheid.

Echt romantisch is het leven van de ijsvogel niet. De naam is ook heel vreemd gekozen. Je zou verwachten dat ze goed bestand zijn tegen strenge winters, maar dat is helemaal niet waar. Jammer genoeg overleven veel ijsvogels deze juist niet. Vorst is hun grootste vijand. Als het water bevroren is kunnen ze geen vissen vangen en nemen de vetreserves af. Gelukkig kunnen ze per seizoen drie broedsels leggen om de soort daarmee veilig te stellen. Een overlevingsstrategie die van nature is ingebouwd.

Tegenwoordig trekken veel ijsvogels in de winter naar de bebouwde kom. Ik hoor over waarnemingen in tuinvijvers met vele kleine visjes en een goede uitkijkpost. Zelfs in het Vondelpark in Amsterdam zijn ze inmiddels gesignaleerd.

Geen idee hoelang ik al naar dit schouwspel sta te kijken en erover mijmer. Tijdloos. Op de zeldzame momenten dat ik de blauwe “parel” hoor of als een flits over de beken zie vliegen, herinner ik me dit moment.
Stilletjes hoop ik dat er nooit meer een strenge winter komt.
© maart 2018 Lies van Leeuwen – Renkum

Share on Facebook Share
Share on TwitterTweet
Share on Pinterest Share
Share on LinkedIn Share
Send email Mail
Print Print
Auteur Lies van LeeuwenGeplaatst op 17 maart 201818 april 2018Categorieën Blog Lies van Leeuwen

Introductie en mussen

Introductie en mussen

Introductie
De natuur: mijn inspiratiebron. Die enorme rijkdom en de seizoenen raken me steeds weer. Vogels stelen mijn hart. Daarom ga ik zelden zonder kijker op stap. Niet speciaal op zoek naar nieuwe soorten, wel om het gedrag te bespieden. Fascinerend hoe ze zich – met al hun kwetsbaarheid – weten te handhaven. Ook wonderbaarlijk hoe de natuur zichzelf in evenwicht houdt. De komende tijd lees je hier in vogelcolumns over mijn verwondering en belevenissen. In mijn eerste verhaal “Mussen?” ontdek je hoe het allemaal begon…
Lies van Leeuwen, natuurgids bij Stichting Renkums Beekdal en Staatsbosbeheer.

Mussen?
Januari 1986. Ik kijk uit het raam de tuin in. Op de voederplank zitten wel vijftien vogels. “Tjee”, zeg ik tegen mijn vriendin, ”Wat geef jij veel mussen te eten!” Verontwaardigd komt ze naar me toe en inspecteert de voederplank. “Mussen? Er zit geen enkele mus op die voederplank”.
Ze pakt haar verrekijker: spot vier groenlingen, vijf vinken, zelfs twee appelvinken, twee sijsjes en drie koolmeesjes. En op de grond nog een roodborstje.
Oei, betrapt… Geen enkele mus! Duidelijk: ik weet niet veel van vogels behalve dan dat ik meen de mus, de merel en de spreeuw te kunnen herkennen.
Mijn vriendin geeft me de kijker. En vertelt over de grootte, de kleuren van de veren en de snavel. De snavel laat bijvoorbeeld zien wat de vogeltjes eten.
Ze haalt er een vogelboek bij.
Mijn vriendin ziet zelfs het verschil tussen de mannetjes en vrouwtjes van elk soort. Terwijl ik denk dat het om een ander exemplaar gaat.
Verbazing, bewondering en nieuwsgierigheid overspoelen mij. Nog nooit heb ik zo naar vogels gekeken.
En dan hebben we het nog niet over hun zangkwaliteiten. In de winter zijn ze stil. Zingen heeft dan geen functie – hoor ik van de kenner. Wel in het voorjaar. Dan moeten de mannetjes hun territorium verdedigen en de vrouwtjes lokken.
Omgehaald laat ik me verleiden om met de verrekijker in de hand de natuur in te trekken. Vogels spotten. In bossen, bij plassen en langs rivieren. Elk seizoen valt er weer iets nieuws te beleven.
Ik kijk letterlijk mijn ogen uit. Elk jaar leer ik een paar nieuwe soorten kennen. Sommigen kan ik nu zelfs herkennen aan de zang.
Een vogelaar ben ik niet; noem me een vogelliefhebber.
© 2017 Lies van Leeuwen – Renkum

Share on Facebook Share
Share on TwitterTweet
Share on Pinterest Share
Share on LinkedIn Share
Send email Mail
Print Print
Auteur Lies van LeeuwenGeplaatst op 21 december 201718 april 2018Categorieën Blog Lies van Leeuwen, Fauna, VogelsTags blog, Lies van Leeuwen, vogels
  • KNNV
  • Gebieden
    • Beboste hellingen
    • Beekdal
    • De Grunsfoortweide
    • De opgeleide beken, plasjes en vijvers
    • Papierweide
  • Flora
    • Bomen & Struiken
    • Cultuurhistorisch groen
    • Korstmossen
    • Mossen
    • Paddenstoelen
    • Vaatplanten
  • Fauna
    • Amfibieën, Reptielen en Vissen
    • Broedvogels
    • Gallen en Bladmineerders
    • Insecten
    • Kevers
    • Libellen
    • Nachtvlinders
    • Slakken
    • Sprinkhanen
    • Vleermuizen
    • Vlinders
    • Zoetwatermollusken
    • Zoogdieren
  • Geschiedenis
  • Colofon
  • Blogs over de natuur
    • Ontwikkelingen
    • Flora
    • Fauna
      • Zoogdieren
  • Terug naar renkumsbeekdal.nl
  • Facebook
  • Instagram
De natuur van het Renkums Beekdal2025